-
Herman Beunk
Misschien is er trouwens allereerst een persoonlijke ervaring
belangrijk in de constatering dat 2012 een goed progjaar is,
want ik heb veel meer dan de afgelopen 10 jaar prog in huis
gedraaid.
Top 2012:
1. Enid, The - "Invicta" (Operation Seraphim)
2. Big Big Train - "English Electric Part One" (eigen beheer /
GEP)
3. Mystery - "The World Is A Game" (Unicorn Records)Muzikaal
4. Motorpsycho & Ståle Storløkken - "The Death Defying
Unicorn" (Psychobabble / Stickman Records)
5. Former Life - "Electric Stillness" (eigen beheer)
6. Marsh, Rhys and the Autumn Ghost - "The Blue Hour" (Termo
Records)
7. GRICE - "Propeller" (Hungersleep Records)
8. Änglagård - "Viljans Öga" (eigen beheer)
9. Sweet Billy Pilgrim - "Crown And Treaty" (Luxor Purchase)
10. IZZ - "Crush Of Night" (Doone Records)
De volgorde is eigenlijk een beetje arbitrair. Ook is het op
nummer één zetten van The Enid natuurlijk een doorprikbare
slijmerige actie, maar wel een goede weergave van de algemene
'high' waar (de muziek van) The Enid sinds het
jubileumuitzendingsgebeuren heeft geleid. De nummers twee tot
vijf zou je eigenlijk in een willekeurige volgorde kunnen
zetten. Allemaal veel gedraaid en erg gewaardeerd (al valt er
altijd wel wat aan te merken). Hetzelfde geldt voor de nummers 6
tot 9: die waardeer ik nauwelijks waarneembaar minder dan die
erboven. En waarom passen er maar 15 platen in een top 10? Is
dit voor progrock wat mij betreft supergoede jaar niet te doen!
Ik kan echt geen keuze maken! Straks komt er iemand op me af die
zegt: 'Wat? Marillion (danwel Astra danwel Echolyn, etc) niet in
je lijstje? Die vond je toch hartstikke goed?' Zekers...
- 1. Enid, The - Invicta (Operation Seraphim)
The Enid deed me vroeger nooit superveel. Blijkbaar was er een
concert voor nodig om dat te veranderen. Ook weer niet zó gek in
mijn geval: er zijn genoeg bands waar ik pas echt goed in
gedoken ben nádat ik ze live had gezien. Bij weinig bands is het
zo lonend om keer op keer op keer te blijven en blijven
luisteren als bij The Enid. Dit komt door de uit klassieke
muziek geleende manier van thematische doorwerking, die op deze
schaal en dit niveau binnen wat we maar popmuziek zullen noemen
ongekend is. Nu ben ik toevallig ook groot liefhebber van
klassieke muziek en die liefde kan ik ook kwijt bij The Enid en
ook weer bij "Invicta". Nog bij vrijwel iedere beluistering
ontdek ik nog weer een verstopt motiefje dat me nog niet eerder
opgevallen was. Maar niet alleen zijn de composities heel
doorwrocht, ook de uitvoering en de productie zijn van hoog
niveau. Ik ben wel nog steeds van mening dat "Execution Mob"
niet goed op het album past (sorry Max...).
- 2. Big Big Train - English Electric Part One (eigen beheer /
GEP)
Big Big Train-voorman Gregory Spawton had met "The Difference
Machine" en "The Underfall Yard" een bijzonder hoog niveau
bereikt in lange enerverende composities. Heel vernieuwend is
het misschien niet, maar elementen uit het gouden progverleden
zijn op een frisse en zeer slimme manier tot iets nieuws
geboetseerd en worden gespeeld door een wisselende club
topmuzikanten. "English Electric Part One" doet nauwelijks voor
z'n voorgangers onder, alleen worden er nu soms wat flauwe
(veelal Britse, maar ook Griekse in "Judas Unrepentant")
volksdansmelodietjes aangewend en daar ben ik nogal allergisch
voor. Een blik op de credits leert dat in die gevallen zanger
David Longdon verantwoordelijk is voor de muziek. In het
verleden is vaak genoeg aangetoond dat teveel banddemocratie
niet werkt. Dus Greg, laat David zich in het vervolg
concentreren op één supercompositie, want hij kán het wel ("A
Boy In Darkness"!). Maar laat ik niet overdrijven, want ook die
nummers bevatten veel fraais (mooie overgangen, interessante
teksten, fraaie soli). Van de muzikale bijdragen moeten vooral
die van XTC-gitarist Dave Gregory (nu in de vaste basis van Big
Big Train) genoemd. Hij zorgt meermalen letterlijk voor
kippenvel (daarbij geholpen door de prachtige compositorische
wendingen die Spawton erbij heeft bedacht. Luister alleen maar
's naar wat er vanaf 5 minuten in het schitterende instrumentale
tussenstuk van "Winchester From St. Giles" gebeurt!).
- 3. Mystery - The World Is A Game (Unicorn Records)Muzikaal
wellicht een stuk simpeler dan de nummers één en twee, maar
Michel St. Père bewijst dat je ook prachtige symfonische
rockkathedralen kunt bouwen als je als basiscomponent een
ouderwetse rockgitaarriff neemt. En net als bij Big Big Train
levert Nick D'Virgilio de knappe ritmische basis. Al drie albums
op rij produceert St. Père, mede dankzij de bezielde zang van
Benoit David, muziek waar aldoor een warme goed vanaf komt.
- 4. Motorpsycho & Ståle Storløkken - The Death Defying
Unicorn (Psychobabble / Stickman Records)
De jongens van het Noorse Motorpsycho zijn bewonderswaardig
onvoorspelbaar in al hun grillen. Dit jaar maakten ze een
verhalende conceptdubbelaar met niet alleen de toetsenist van
Elephant 9, maar ook nog met een klassiek ensemble en een
jazzorkest. En het is wat je noemt een 'blast'. Bij vlagen enorm
krachtig en noisy, dan weer symfonisch, maar ook met meer
psychedelisch werkende raadselachtig ingetogen passages. De
muzikale hoofdthema's worden slim steeds weer aangewend. Het
mooie was: men ging met dit materiaal op tournee! Zonder alle
extra muzikanten, maar wél met Ståle Storløkken, die schuil ging
achter een ouderwetse symfotoetsenopstelling mét o.a. echte
Mellotron en Mini-Moog! Het hele 100 minuten durende stuk werd
met geweldige impact als één geheel zonder pauze gespeeld voor
een verwonderd aan de grond genageld publiek.
- 5. Former Life - Electric Stillness (eigen beheer)
Prachtige, subtiele fusie van Pink Floyd-achtige en
Japan-achtige sferen, fraai gemusiceerd en geproduceerd door
twee nog heel jonge uiterst muzikale Italianen. Overigens
begeleiden zij ook ex-Le Orme-zanger Aldo Tagliapietra, zowel
live als op het onlangs verschenen "Nella Pietra A Nel Vento",
dat ik nog niet gehoord heb (maar daar komt verandering in).
- 6. Marsh, Rhys and the Autumn Ghost - The Blue Hour (Termo
Records)
Grenzen tussen muzieksoorten vervagen (als die er al ooit waren)
in wat hier samengevoegd is tot een soort symfonische
kamer-singer/songwriterpop. Vooral de veelgebruikte houtblazers
(hobo, klarinet, fagot) zorgen met de melancholieke vocalen een
bijzondere herfstkleur aan de muziek. De muzikanten zijn o.a.
afkomstig uit Jaga Jazzist, White Willow en Wobbler. Zowel het
gedragen klassieke (eerste helft) als springerige jazzritmiek
(tweede helft) komen samen in het gekozen nummer dat zo de
uitersten van groep en album goed laat horen.
- 7. GRICE - Propeller (Hungersleep Records)
Jaaa, dit glijdt heerlijk naarbinnen! Dat duidt meestal op
'gemakkelijke' muziek, maar "Propeller" is juist uiterst
gelaagd. Wat gebeurt er constant veel in die arrangementen!
Stilistisch haast niet in een term te vangen, want met trekjes
van jazzpop, progressieve pop en artrock wordt dat lastig. De
door sommigen niet complimenteus als 'leefkuilmuziek' beschreven
minitieus gearrangeerde jaren '80-muziek van Roxy Music/Bryan
Ferry, Japan/David Sylvian, Sade en Black is vast van invloed
geweest. Maar mét emotie, mét genoeg 'bite' (zeker in "Highly
Strung") en minder geschikt voor de achtergrond dan aangehaalde
referenties.
- 8. Änglagård - Viljans Öga (eigen beheer)
Ook in old school prog kun je je nog onderscheiden. Als je maar
goede composities hebt, uitstekende muzikanten en spannende
ideeën op het gebied van arrangeren en dynamiekgebruik. Het na
een flinke pauze met horten en stoten weer actieve Änglagård
bewijst het. Twaalf minuten is lang, maar "Sorgmantel" is toch
heus het kortste nummer van "Viljans Öga" en hoor eens wat er
allemaal gebeurt! Dromerig fluitspel, een bij vlagen denderende
ritmesectie en een Mellotron die beide uitersten weet te
versterken.
- 9. Sweet Billy Pilgrim - Crown And Treaty (Luxor Purchase)
De progressieve popliedjes van Sweet Billy Pilgrim hebben
raakvlakken met het werk van Elbow. Net als Elbow bouwt Sweet
Billy Pilgrim namelijk voort op een Britse artpoptraditie die
vooral door toedoen van Radiohead een flinke boost heeft
gekregen. En net als bij Elbow is soms te horen dat Talk
Talk-platen rondjes hebben gedraaid in de spelers van de leden.
Ook de post-progbands van het Kscope-label zijn stilistisch
verwant. Het is bovendien niet vreemd dat de groep voorganger
"Twice Born Man" mocht uitbrengen bij David Sylvians
Samadhisound. De indringende zang en toegankelijke zangmelodieën
geven een voor mij aangenaam wringend contrast met de
intrigerende dingetjes die in de arrangementen gebeuren. Het
raakt bij mij vaak dezelfde synapsen als GRICE, al is het geluid
van GRICE weidser, meer cinematoscopisch.
- 10. IZZ - Crush Of Night (Doone Records)
Eigenlijk is nummer 10 ex aequo met onderstaand rijtje, maar om
Aldwin niet gek te maken is IZZ dan maar nummer 10 geworden....
IZZ maakt prog met een frisse en energieke insteek, zoals we die
ook van Spock's Beard en Echolyn kenden. Bij vlagen complex,
maar ook regelmatig met een zekere popsensibiliteit. Luister
maar naar de aansprekende zangmelodieën in "You've Got A Time".
En dan is er nog het fijne gitaarspel van ex-Gentle
Giant-gitarist Gary Green.
Eigenlijk dus ook op nummer tien, maar voor het gemak maar
'bubbling under':
Echolyn - Echolyn (eigen beheer) - ik had het al over het
frisse, energieke dat Echolyn had, zeker op "As The World" en
"Cowboy Poems Free". Op de dubbelaar "Echolyn" is men dat een
beetje kwijt. Het album is doorwrocht en boeiend, maar in alle
bezonkenheid mist er een sprankeling. Waar eerdere
Echolyn-albums met gemak naar de top van m'n lijstes doordrongen
blijft dit nog steeds goede album in dit kwalitatief sterke jaar
wat achter.
- Marillion - Sounds That Can't Be Made (Intact Recordings) - de
Marillion-albums ná "Marbles" maakten niet bijster veel indruk
en een eerste beluistering van dit album deden mij nog niet
opnieuw opveren. Toch was er iets dat me toch steeds terugdreef
naar de plaat. Was het de discussie op internet over het lange
openingsstuk "Gaza"? Hoe het ook zij, ik hield een goede 'vibe'
over van het wat gemankeerde (stemproblemen!) concert in
Enschede en ik kocht de plaat alsnog (zoals gezegd, zo gaat dat
wel vaker bij mij). Net als op de voorgangers staan er een paar
songs op die wel erg klinken als door de producer aangelijmde
ideeën uit jamsessies, maar het is een heel lang album en het
bevat spannende songs genoeg, met wel degelijk aansprekende
muzikale lading. Opvallend is bovendien dat Mark Kelly
intrigerende dingen doet met zijn de laatste jaren drastisch
gemoderniseerde geluidenpalet, waardoor je kamer bovendien bij
vlagen op z'n grondvesten trilt.
Astra - The Black Chord (Rise Above Records) - het eerste album
kon me indertijd niet zo bekoren. Dit was toch wel heel erg
retro en bovendien was de productie wel erg ouderwets. Op een of
andere manier raakte "The Black Chord" me wel meteen. Nog steeds
ontzettend retro (ik moet vaak aan het album "Inside" van Eloy
denken bij beluistering), maar o.a. de groovy en stuwende
ritmesectie zorgen voldoende voor een eigen gezicht. En maakt de
muziek bovendien in al z'n psychedelische geluidswolken
verrassend aanstekelijk. En het debuut "The Weirding" werd flux
aangeschaft en wordt intussen ook hogelijk gewaardeerd.
A Liquid Landscape - Nightingale Express (Glasville Records) -
OK, ik kende de plaat al, maar dat het zó'n lekker bandje zou
zijn, dat verraste me toch wel, toen de groep het voorprogramma
van Marillion in Enschede mocht verzorgen. En met mij de hele
zaal, want de ontvangst door de Marillion-fans was uiterst
enthousiast en de groep was zichtbaar onder de indruk om zoveel
lof toegejuicht te krijgen uit het volgepakte Muziekcentrum.
Meteen het CD'tje gekocht natuurlijk, vol krachtige moderne prog
met een metalrandje. Vrijwel zonder toetsen en met soms
behoorlijk stevige gitaren. Enkele songs werken fraai naar een
emotioneel hoogtepunt, waar dan eventjes repeterend
gitaarriffpatronen verschijnen die als ontladingen van alle
opgebouwde energie werken, zoals de zogenaamde 'vanderblows' dat
bij het verder niet vergelijkbare Van Der Graaf Generator doen.
Het werkt verslavend.
Storm Corrosion - Storm Corrosion (Roadrunner Records) - ik háát
de term groeiplaatje, maar blijkbaar is dit er eentje. De eerste
keren dat ik dit album hoorde deed de muziek me hoegenaamd niks.
Pas nádat zich in huize Beunk een ware Steve Wilson-revival
voordeed (zie hieronder) bleek dit een album vol onderhuidse
spanning met climaxen die niet komen, maar zich uiteindelijk in
je hoofd gaan vormen. Het behelst dus een samenwerking van
Wilson met Opeth-voorman Mikael Akerfeld, waarin meer de hand
van de eerste doorklinkt - denk daarbij aan diverse van Wilsons
soloprojecten. Wel zijn de stemmen van Wilson en Akerfeld mooi
contrasterend.
En dan laat ik voor het gemak enkele zeer gewaardeerde
progressieve singer/songwriterplaten nog buiten beschouwing. Nou
ja, laat ik er wat noemen buiten mededinging:
Rose Cousins - We Have Made A Spark (Proper Records) - op haar
sterkst als ze melancholie combineert met atmosferische
arrangementen. Gelukkig (voor mij dan) minder 'country' dan haar
zeker niet verkeerde, veel bejubelde labelgenoot Gretchen
Peters.
Ken Stringfellow - Danzig In the Moonlight (Lojinx) - niet alle
songs zijn even sterk, maar vaak is uiterste meeslependheid
gecombineerd met onweerstaanbare melodieën in arrangementen met
veel 'symfo-instrumentarium'. Jim Moray - Skulk (NIAG Records) -
wat mij betreft z'n beste sinds "Sweet England". Zeker, het is
folk, maar dan zonder lullige dansmelodietjes.
Donald Fagen - Sunken Condos (Reprise / Warner) - errug gelikt,
maar vooral gitarist Jon Herington maakt er een feestje van.
Peter Hammill - Consequences (Fie! Records) - ondanks de
evidente kwaliteit toch een beetje een inwisselbare plaat in 's
mans indrukwekkende oeuvre. Hopelijk gaat hij op z'n soloplaten
in de toekomst toch ook weer met gastmuzikanten of, ideetje, een
producer werken.
Beste heruitgave: Sanguine Hum - Diving Bell (eigen beheer, 2010
/ Esoteric Recordings, 2012) - met swingende jazzy timing
gespeelde mengeling van progressieve pop en rock. Chris haalde
als vergelijking Jakko Jakszyck erbij, ik wil ook You Were
Spiraling noemen, naast de haast vergeten NDV-plaat en het
obscuur gebleven iO. De plaat moet even op gang komen, maar dan
volgt het ene na het andere briljantje. Behoort tot m'n vaakst
gedraaide platen dit jaar en zou anders ergens rond nummer 4 in
m'n lijstje hebben gestaan.
Verder dient de fraai verzorgde heruitgave van Twelfth Night
-"Live And Let Live" (Festival Music) genoemd. Nu met het
complete concert, maar door de erg wisselende geluidskwaliteit
luistert hij wel minder ontspannen (als dat al kan bij Twelfth
Night) weg dan de eerdere CD-uitgave op SI Music.
Beste live-DVD/Blu-Ray: Steven Wilson - Get All You Deserve
(Kscope) - de soloplaten van Wilson hadden me tot nu toe niet zo
geraakt. Dit live-document verandert alles. Dat komt vooral ook
door de kick die je krijgt als je de fantastische band (Adam
Holzman, Marco Minnemann, Nick Beggs, Niko Tsonev, Theo Travis
en natuurlijk Wilson zelf) bezig ziet en hoort. Ook het idioot
lange "Raider II" is aldoor spannend, mede doordat Wilson nooit
zo mooi, vol en emotioneel gezongen heeft als hier. Deze Blu-Ray
heeft er tot geleid dat ik nu ook de recentere Porcupine
Tree-platen beter kan waarderen. Gelukkig kwam er ook net een
schitterende live-versie van 'The Incident" uit ("Octane
Twisted" (Kscope)), dat dan meteen m'n nummer twee in de
live-documentenlijst is dit jaar.
Concert van het jaar:
Tsja, makkie:
1. The Enid in juni in Almelo natuurlijk! verder:
2. Kayak en het Thomas Orkest - Zwolle, december
3. Motorpsycho & Ståle Storløkken - Utrecht, april
Meest ondoorgrondelijke plaat:
Scott Walker - Bish Bosch (4AD) - ook een makkie. Deze plaat
vergt gewoon erg veel van de luisteraar en is nog maar iets meer
dan een maand uit. Ik ben er nog lang niet uit wat ik hiermee
moet, hij roept tot nu toe vooral vragen op. Intrigerend in z'n
gelijktijdige aantrekkelijk- en afstotelijkheid. Ik kocht niet
zoveel jazzrock dit jaar.
Chad Wackerman - "Dreams Nightmares And Improvisations" (eigen
beheer) was natuurlijk een vette must gezien de bezetting
Holdworth/Cox/Johnson/Wackerman. Een album dat op zich redelijk
aan hooggespannen verwachtingen voldoet. Toch wist het zich niet
binnen het symfonisch geweld van bovenstaand lijstje te slepen.
Toch te weinig echt aansprekende composities, toch te
inwisselbaar met andere samenwerkingen van de heren? En waar
Gary Husbands "Dirty & Beautiful Volume 1" vorig jaar vele
rondjes draaide en zelfs in m'n eindlijst kwam vond ik "Dirty
& Beautiful Volume 2" (Abstract Logix) saaier. Blijkbaar
stonden de aansprekendste composities op het eerste deel. Ja
"Fred" van en met Allan Holdworth is natuurlijk te gek, maar
da's een remake.
Op "Hands On" van de Koos Wiltenburg Group (Full House Music)
staan enkele niet te versmaden jazzrocktracks en daarom wil ik
'm hier noemen, maar het is niet echt een jazzrock-album, door
de aanwezigheid van stukken die meer in de postbop- en
'wereldjazz'-hoek vallen. Gitarist van dienst alhier is Eef
Albers, die ook verantwoordelijk is voor de arrangementen. In de
jazzrockstukken speelt hij zowel de leadpartijen (lyrisch, met
veel sustain, denk Jeff Beck) als de slagpartijen (prachtige
jazz-akkoorden, met een sound zoals Jan Akkerman op "Eli" had).
In andere rock-trekjes ontberende tracks heeft Metropole
Orkest-saxofonist Leo Janssen de lead.
Dan zijn er nog in de laatste weken van december platen
verschenen die bij mij nog onvoldoende 'ingedaald' zijn om mee
te nemen in de lijstjes. Bovendien heeft bijna ieder progmedium
z'n lijstjes al klaar en zie je ze dus ook nergens. Hopelijk
zijn ze vorig jaar niet vergeten. Ik doel dan met name op de
nieuwe Lo-Fi Resistance. Mijn eerste indruk is dat het een fijn
plaatje is, maar ik ben er nu ook weer niet door verrast. De
vorige kwam meteen heftiger binnen. Maar uit bovenstaand epistel
valt te leren dat dit zó kan veranderen!
Oh, en naar (free)jazz en klassiek heb ik ook wel geluisterd.
Voor de geïnteresseerde kan ik daar eventueel ook nog wel wat
favo titels in noemen. )