-
Maurice Dam
Top 2012
We
zijn het er denk ik over eens dat 2012 een vruchtbaar jaar was
voor de
prog en de muziek in het algemeen. Het is dan ook moeilijk om
een lijst
samen te stellen uit de vele goede releases van afgelopen jaar.
Eén
plaat komt wat mij betreft echter met kop en schouders boven
alle
andere releases uit, voor velen geen verrassing denk ik:
“Invicta” van
The Enid, een album waar we al genoeg over hebben geschreven!
Dat in
een jaar waarin ook Marillion een nieuw album presenteerde, Big
Big
Train de stap wist te maken naar de groten de prog, maar waarin
ook een
aantal gevestigde bands met een zeer goed album kwamen. Ook van
eigen
bodem was er een aantal bands, dat albums van hoge kwaliteit
uitbracht.
Zo wist Silhouette de lijn van verbetering vast te houden en
kwam The
Gathering met een zeer goed album, waarop er zelfs met blazers
werd
geëxperimenteerd. Opvallend was, dat de verschillende leden van
Marillion op allerlei prog releases opdoken. Natuurlijk is daar
Pete's
nieuwe bandje Edison’s Children maar ook op een Rush-tribute,
Nektar-tribute, en platen van I And Thou en het Spaanse Harvest
doet
men mee. Een andere vaste waarde in de prog is Nick D'Virgilio,
die zo
langzaamaan op bijna alle releases te horen is. Hij komt een
aantal
keer in de top 10 voor, met natuurlijk de Big Big Train-plaat,
maar ook
met Mystery. In dit geweld van releases en na lang zwoegen en
dubben
over de volgorde ná de top 3, is dit mijn top 10:
1. The Enid - “Invicta” (Operation Seraphim, 2012)
2. Big Big Train - "English Electric part One" (English Electric
/ GEP,
2012)
3. Marillion - "Sounds That Can't Be Made" (Intact / EAR Music /
Edel,
2012)
4. Anathema - "Weather Systems" (Kscope, 2012)
5. Mystery - "The World Is A Game" (Unicorn, 2012)
6. Tom Brislin – "Hurry and up smell the roses" (Eigen Beheer,
2012)
7. I and Thou - “Speak” (eigen beheer, 2012)
8. Astra - “The Black Chord” (Metal Blade, 2012)
9. Storm Corrosion - "Storm Corrosion" (Roadrunner, 2012)
10. The Gathering - "Disclosure" (Eigen Beheer, 2012)
(11.) Anglagard - "Viljars ôga" (eigen beheer, 2012) (was 10
maar 1punt
aftrek !)
1. The Enid - “Invicta” (Operation Seraphim, 2012)
Een plaat waar we de luisteraar de laatste maanden behoorlijk
mee
hebben lastig gevallen is “Invicta” van The Enid. En terecht
want met
“Invicta” heeft de band zijn meest complete album afgeleverd en
weet
men de hoogtijdagen van de beginjaren van de band te evenaren.
Voor
Xymphonia stond het jaar zeker ook in het teken van The Enid,
Natuurlijk speelde de band op ons 1000ste uitzendingsfeestje.
Maar ook
waren er nog twee albums die het daglicht zagen: de
live-registratie
van de show die de band in Birmingham gaf in 2011 én het derde
deel van
de “Arise & Shine”-cyclus. Op dat “Shining” werd Joe Payne
geïntroduceerd als leadzanger. De nieuwe incarnatie van The Enid
is er
namelijk een met eindelijk een echte frontman. We mochten
afgelopen
jaar al genieten van Joe Payne tijdens de live-shows, waaronder
een
fantastisch concert in Hof 88. Met “Invicta” gaat de band nog
een stap
verder en verrast zelfs de die hard fan base. Tevens maakt The
Enid de
cirkel rond naar de visie die Robert John Godfrey ooit bij de
formatie
ervan had. Vanaf de zeer verrassende opener, het door Joe met
falsetstem gezongen “One & The Many”, is het kippenvel. Zijn
zang
sluit naadloos aan bij de orkestrale muziek en draagt de
composities.
Ook zijn de gelaagde koorpartijen weer prominent aanwezig, Max
Read is
hier een waar meester in. Een aantal van de hoogtepunten: het
instrumentale melancholische “Heaven’s Gate”, met een van de
mooiste
gitaarpartijen ooit; Jason Ducker laat de gitaar zingen als
Maria
Callas. En “Witch Hunt” waarin het percussieduo Nic Willes en
Dave
Storey goed op dreef is. Als onderbreking van de majestueuze
sfeer
vinden we “Execution Mob”: een kort vreemd nummer met wel een
zeer
lekker basgroove, waar op goed volume je hele huis van gaat
trillen. En
niet te vergeten de onvergetelijke zanglijn in “Villain Of
Science”. En
er valt nog veel te ontdekken, zelfs na verschillende
luisterbeurten.
Wederom is er een nieuw tijdperk voor The Enid aangebroken!
2. Big Big Train - "English Electric Vol. One" (English Electric
/ GEP,
2012)
“English Electric Vol. 1” is het nieuwe album van de Britse band
Big
Big Train (met overigens een Amerikaanse tintje). Het album is
weer van
vertrouwd hoge Big Big Train-kwaliteit. En dat zit hem met name
in de
afwisseling tussen enerzijds de dik aangezette progrockstukken
(met
interessante stukjes Britse geschiedenis als onderwerp) en een
aantal
wat rustigere bijna folky songs die een mooi, misschien iets te
rooskleurig, beeld schetsen van het Britse platteland. Big Big
Train is
op dit album definitief een vijfmanschap geworden met
oud-gediende Greg
Spawton, Andy Poole en Dave Longdon aangevuld met gitarist Dave
Gregory
(XTC) en drummer Nick D'Virgilio (ex-Spock's Beard en in deze
uitzending ook met Mystery te horen). En dat aangevuld met een
schare
aan gastmuzikanten waarbij met name toetsenist Andy Tillison
(The
Tangent) een opvallende is. Hij is o.a. te horen in “The First
Rebreather” (met een slotthema dat wel een beetje neigt naar
Genesis'
Stagnation) waarbij “Upton Heath” de rustigere kant van Big Big
Train
laat horen.
- 3. Marillion - "Sounds That Can't Be Made" (Intact / EAR Music
/
Edel, 2012)
“Sounds That Can't Be Made” is een album dat overduidelijk op de
lijn
voortgaat die Marillion in de laatste jaren heeft ingezet. Maar
waar
het vorige album “Happiness Is The Road” (2008) af en toe wat te
veel
voortkabbelde, weet “Sounds That Can't Be Made” de draad weer op
te
pakken die sinds “Marbles” was blijven liggen. Ook horen we
zelfs wat
trekjes van “Brave” (1994) terug. Zelfs na 30 jaar dienst weet
de band
nog te vernieuwen en het spannend te maken. Gitarist Steve
Rothery en
toetsenist Mark Kelly experimenteren weer lekker met geluiden.
Het
nummer dat het meest de discussie opzweept is “Gaza”: naast de
lengte
van 17 minuten is het onderwerp - het leven op de Gazastrook,
gezien
door de ogen van een Palestijns meisje - nogal controversieel.
Het is
misschien niet een van Marillions beste epics, maar er worden
zeker
nieuwe dingen gedaan en de vertellende vorm zorgt ervoor dat je
wel
direct in het nummer gezogen wordt. Voor de rest levert
zanger/tekstschrijver Steve Hogarth wat weer de nodige
liefdesliedjes
waarvan “Invisible Ink” een goed voorbeeld kortom “Sounds That
Can't Be
Made” is wederom een sterk album geworden.
- 4. Anathema - "Weather Systems" (Kscope, 2012)
Een band die ik eigenlijk nooit zo kom waarderen is Anathema,
Dit kwam
voornamelijk door een oersaai concert dat ik in het verleden
mocht
bijwonen. Gelukkig hebben we Xymphonia en wat ik daar van het
laatste
album hoorde beviel me wel en besloot de band live te gaan zien.
En wat
een geweldige transformatie bleek Anathema te hebben ondergaan!
Nu
stond er een band die meet veel overtuiging voornamelijk de
laatste 2
albums ten gehore bracht. De opvolger van het breed gewaardeerde
"We're
Here Because We're Here" (2010) is wederom een album dat om
zowel sfeer
als emotie draait. Voor sfeer zorgen de warme
strijkersarrangementen
van Dave Stewart (ex-Hatfield & The North), die ook al
betrokken
was bij "Falling Deeper", het album met nieuwe arrangementen van
vroege
Anathema-nummers dat vorig jaar verscheen. Daarnaast is er nog
meer
akoestisch instrumentarium, zoals prominent in "The Gathering Of
Clouds" een akoestische gitaar en piano. Voor de emotie zorgt de
geladen zang van Vincent Cavanagh, die nu soms bijgestaan wordt
door
zangeres Lee Douglas, zoals in het intieme "The Gathering Of
Clouds".
Muzikaal brein Daniel Cavanagh (broer van Vincent) speelt een
van zijn
mooiste en meest intense gitaarsoli in het prachtig opgebouwde
"The
Beginning And The End". Vrolijk is het allemaal niet: zowel
muziek als
teksten zijn veelal in mineurstemming. Maar als dat in zulke
schone
muziek wordt gegoten wordt zwelgen bijzonder heerlijk.
- 5. Mystery - "The World Is A Game" (Unicorn, 2012)
Twee jaar na het veelgeroemde "One Among The Living" is de
Canadese
groep rond Unicorn-labelbaas Michel St.-Père terug met zijn
zevende
album. "The World Is A Game" markeert ook de nuchtere landing op
aarde
voor Benoit David, die een aantal jaren Yes-zanger mocht zijn,
maar
intussen is heengezonden. Werk bij Cirque Du Soleil maakte van
Canada
de nieuwe standplaats van ex-Spock's Beard-drummer Nick
D'Virgilio, die
de hele plaat voldrumt. Opvallend is dat veel songs op "The
World Is A
Game" zijn opgebouwd rond een traditionele rock-riff. Die zijn
ingebed
in de meteen herkenbare rijke en gelaagde
Mystery-synthesizermist, doch
geven D'Virgilio wel de mogelijkheid om flink uit te pakken in
imposante drum fills. In de 19 minuten lange epic "Another Day"
zit
bijvoorbeeld een passage rond een riff die zowel refereert aan
Jethro
Tulls "Locomotive Breath" als Black Sabbaths "War Pigs". Meest
overdonderende voorbeeld van met pompeuze synth-kathedralen
omringde
rock riffs is te horen in het titelnummer, dat overigens ook de
gouden
stembanden van Benoit David laat schitteren. Hier klinkt hij
gewoon als
zichzelf en niet krampachtig als Jon Anderson - en het is goed
zo!
Website: http://www.unicorndigital.com/mystery/news.html.
- 6. Tom Brislin - "Hurry up smell the roses" (Eigen Beheer,
2012)
Zo stiekem aan het eind van het jaar liet ik deze plaat
regelmatig de
revue laten passeren en het venijnige is, dat je behoorlijk in
de
muziek word gezogen. Het melancholische geluid dat toch wel een
klein
Keane-ticje heeft, maar dan gedragener, raakt een gevoelige
snaar. Maar
Tom Brislin is dan ook een door de wol geverfde artiest die met
veel
grootheden heeft mogen optreden.
- 7. I and Thou - “Speak” (eigen beheer, 2012)
I and Thou is de nieuwe band van Jason Hart. Voor wie nog niet
weet wie
Jason is, we kennen hem als toetsenist van o.a. Renaissance,
Rufus
Wainwright en ook van een verdienstelijke
singer/songwriter-plaat die
hij onder eigen naam uitbracht. In 2007 speelde Hart zelfs op
het
eerste Marillion Weekend in Port Zélande. In zijn band I And
Thou
verzamelt Jason een aantal muzikale vrienden on zich heen,
waaronder
twee leden van de band IZZ en Matt Johnson, ook uit de band van
Rufus
Wainwright en bovendien ex-begeleider van Jeff Buckley. Steve
Hogarth
zingt ook een stukje mee, en nog wel op een song van Rufus
Wainwright!
Maar de essentie van de plaat zijn vier epische, lange stukken
die
voornamelijk rust uitstralen. Natuurlijk ligt de voorliefde voor
Genesis, Yes en Renaissance ingebed in de muziek, maar Jason
weet heel
mooi een popsensibiliteit in de composities te verweven.
Daardoor wordt
voornamelijk ook de pastorale en meer romantische kant van een
band als
Genesis benadrukt. Denk hierbij aan bijvoorbeeld het intro van
“Firth
Of Fifth”.
- 8. Astra - “The Black Chord” (Metal Blade, 2012)
“The Black Chord” is het tweede album van de progressieve
spacerockgroep Astra. Net als het debuut “The Weirding” (2009)
staat
deze plaat weer vol zwaar aangezette prog die in het straatje
Anekdoten, Hypnos 69 ligt, maar ook raakvlakken vertoont met het
oude
Black Sabbath of Hawkwind. Het succes van de eerste plaat zorgde
voor
een contract met het label Metal Blade. Eén ding is zeker:
productioneel is de band er absoluut op vooruit gegaan. We gaan
luisteren naar de afsluiter van de plaat, het meest proggy
nummer, met
naast wat Pink Floyd-invloeden een hoog King Crimson-gehalte.
Stel je
voor dat in 1971 Rick Wakeman niet bij Yes zou zijn gaan spelen,
maar
tot Black Sabbath was toegetreden. Het resultaat had best wel
eens
geklonken kunnen hebben zoals Astra nu klinkt. Zware symfonische
spacerock waar de riffs, Moogs en Mellontrons je om de oren
vliegen.
Net als bij voorganger “The Weirding” is het alsof je bij
beluistering
van “The Black Chord” in een tijdmachine stapt en je veertig
jaar terug
in de tijd waant. De groep doet er ook alles aan om dat idee te
vervolmaken, zelfs de foto's in het boekje zien er uit als
gemaakt in
die tijd. De muziek klinkt oud, maar toch ook weer niet oubollig
maar
juist erg energiek. Website: www.astratheband.com.
- 9. Storm Corrosion - "Storm Corrosion" (roadrunner, 2012)
En wederom is er een supergroup gevormd in progland, ditmaal
betreft
het 't duo Steven Wilson van Porcupine Tree en Mikael Akerfeldt
van
Opeth. De plaat stond al een tijd in de planning, maar door de
volle
agenda's van beide heren zien we pas nu een release. Wat we
horen is
muziek die duidelijk geïnspireerd is op Engelse seventiesprog,
maar die
tegelijk klinkt als een vervolg op Wilsons vorig jaar verschenen
soloplaat “Grace For Drowning”. Samen met het meest recente
Opeth-album
“Heritage” wordt dit de afsluiter van een drieluik genoemd. Veel
drums
zal je overigens niet aantreffen op “Storm Corrosion”, al is er
wel
percussie te horen. De stukken zijn het best te omschrijven als
sfeerbeelden. Soms horen we licht gitaargetokkel, met daarbij de
breekbare stem van Wilson, dan weer aanzwellende
keyboard-akkoorden.
Het maakt dit een melancholieke en zelfs minimalistische plaat,
die
uitermate geschikt is voor de late avond.
- 10. The Gathering - "Disclosure" (Eigen Beheer, 2012)
Een band die bijna nooit teleur stelt met een nieuw album is The
Gathering. En ook de nieuwe plaat Disclosure toont dat de band
weer de
grenzen aan het verleggen is. Er waren al 2 nummers voor de
officiële
release datum voor de fans te downloaden. Dit beloofde veel
goeds
vooral het lange Heroes For Ghosts met zelfs een stuk trompet
was een
verassing. Het uiteindelijke album let echter wel een goede
balans horn
tussen het bekende Gathering geluid en de nieuwe uitstapjes wat
ook
direct vertrouwd aanvoelde. Kortom een plaat die zeker in een
jaarlijst
hoort.
- (10 -1) 11. Anglagard - "Viljars ôga" (eigen beheer, 2012)
Tja, de band zou dus eigenlijk spelen op het Summers End in
Lydney, dus
opgewonden werden kaarten besteld, reis geboekt en hotel
besproken. En
toen... besloot de band niet te gaan, want er waren weer
troubles in de
gelederen. Dus ik negeerde deze plaat uit frustratie bijna het
gehele
jaar. Maar nu de jaarlijsten moeten worden gemaakt kan ik er
niet
onderuit toe te geven dat het toch wel een juweeltje geworden is
en dat
hij toch wel in het lijstje van dit jaar hoort, maar dan wel een
punt
aftrek;) Dus net geen top 10! Gelukkig zal de band (wel in een
gewijzigde bezetting) weer gaan optreden op o.a. het Prog
Resiste
Festival.
- Tja en dan nog een aantal albums die ook zeker het vermelden
waard zijn, maar nét niet de top hebben gehaald:
Maurizio Di Tollo - L'Uomo Trasparente (ARS, 2012)
“L'Uomo Trasparante”, 'de doorzichtige man', is het solodebuut
van
Maurizio Di Tollo, die o.a. bij Moongarden, Finisterre, La
Maschera Di
Cera en Hostsonaten speelt. Het idee was om een vintage
progplaat te
maken die toch modern klinkt. En daarin is hij behoorlijk goed
geslaagd. Het toetsenspel wordt gedomineerd door piano en Moog,
aangevuld met heerlijk gitaarspel en lijzige zang. Resultaat is
een
schoolvoorbeeld van 'de Italiaanse school'.
Hidden lands - "In our nature" (Progress records, 2012)
Hidden Lands kan eigenlijk worden gezien als vervolg op Violent
Silence, dat in het vorige decennium twee platen uitbracht. Op
de
drummer na is de line-up identiek, met 2 toetsenisten. Wel is de
muziek
een stuk symfonischer geworden met duidelijke referenties naar
Genesis
en soortgenoten. De plaat is doorspekt met lekkere
keyboardsolo’s, voor
gitaar is er maar een beetje plaats. De band durft zelfs een
uitstapje
aan naar de meer elektronische kant van het spectrum te maken
met een
drum 'n' bass-achtig nummer. Het geheel klinkt fris en waar een
band
als het eveneens Zweedse Carptree nog wel eens een donker sausje
over
de muziek legt, houd Hidden Lands het luchtig. Toch een
verrassend
plaatje zo aan het eind van het jaar.
The Addiction Dream – "Essence"
De groep The Addiction Dream kan in het hoekje met bands als
Gazpacho
en Airbag worden geplaatst. Maar The Addiction Dream is wat
alternatiever; ook elementen uit de muziek van Radiohead en een
beetje
van Kraftwerk zijn in het geluid van The Addiction Dream
betrokken. Met
“Essence” maakt de groep uit Portland, Oregon een album dat
vanaf het
begin intrigeert. Hypnotiserende zang is heerlijk verwoven met
tapijtjes van toetsen en gitaar, waarna een uitbarsting in
epische
bombast volgt. Een band als Carptree is misschien nog wel de
beste
referentie. Uitermate goed debuut.
Steve Thorne - "Crimes & Reason"
Het vorige album van Steve Thorne, “Into The Ether”, leek bij
eerste
beluistering een sterk album maar geleidelijk aan groeide het
besef dat
er iets ontbrak. En nu we opvolger “Crimes & Reasons” op ons
hebben
kunnen laten inwerken beseffen we dat de songs op “Into The
Ether”
gewoon net niet sterk genoeg waren. “Crimes & Reasons”
knoopt dan
ook duidelijk weer aan bij het niveau van Steve Thorne's eerste
twee
albums: de beide delen “Emotional Creatures”. Groot verschil met
die
albums is het feit dat Thorne nu nagenoeg alles zelf heeft
ingespeeld
met uitzondering van wat gitaar- en baspartijen van resp. Tony
Levin en
Gary Chandler, twee fluitbijdragen van Martin Orford en
drumpartijen
ingespeeld door Bob White en Nick D'Virgilio. En Thorne laat
horen dat
hij het ook uitstekend zelf kan zoals bijv. die sterke
gitaarsolo aan
het slot van “Moth To Flame”.
Alan Reed - "First In A Field Of One" (2012)
“Dit is het eerste solo-album van de zanger die 25 jaar het
gezicht van
Pallas was, waarmee hij revanche neemt op zijn (gedwongen)
vertrek bij
de band. Het is een interessant en gevarieerd album, waarop
Reeds
herkenbare stem klinkt in een muzikale diversiteit van
proggerelateerde
stijlen. Hij wordt terzijde gestaan door toetsenist Mike Stobbie
(ex-Pallas), drummer Scott Higham (Pendragon, Caamora) en
zangeres
Christina Booth (Magenta). Verder speelt Kalle Wallner (RPWL) de
schitterende gitaarsolo op "Never Too Late", een Pallas-nummer
(van
Reed en Stobbie) dat in kortere vorm al te vinden was op SI
Magazine
Compilation Disc Too. Alan ontpopt zich als een
multi-instrumentalist
en waagt zich naast zang aan gitaar, bas, toetsen en percussie."
(Wilco
Barg) Reeds eigen basspel staat opvallend prominent in de mix,
alsof
hij zijn oud-Pallas-collega Graeme Murray wil verslaan op diens
terrein. Gitarist Jeff Green speelt een schitterende gitaarsolo
in
"Kingdom Of The Blind" die doet denken aan het geluid van
Fish-gitarist
Frank Usher. "Never Too Late" heeft, mede door Wallners spel,
wel iets
van Pendragon-op-z'n-warmbloedigst. Het zijn maar twee fijne
tracks van
een onverwacht sterk album. Alan Reed speelt een akoestische set
tijdens het Marillion Weekend 2012 op Port Zélande.
Locanda Delle Fate - "The Missing Fireflies"
En zo was er warempel na 25 jaar eindelijk een plaat met de
verloren
gewaande opnamen voor een tweede album van deze Italiaanse band.
Met
een kleine 25 minuten aan studio materiaal is het smullen
geblazen en
we krijgen er ook nog een aantal live-bonus tracks bij. In het
kortstondige leven van Locanda Delle Fate werd één plaat
opgenomen,
voor het grote Polydor nog wel, vol meeslepende symfo zoals
alleen
Italianen dat kunnen maken. Na dit tot klassieker uitgegroeid
album
“Forse Le Lucciole Non Si Amano Più” (wat zoiets betekent als
'Misschien zijn de vuurvliegjes niet meer geliefd') uit 1977
verdween
Locanda Delle Fate al snel in de obscuriteit. Wel lagen er nog
een
aantal nummers op de plank die nooit goed waren opgenomen; daar
is nu,
35 jaar later, verandering in gekomen. “The Missing Fireflies”
bestaat
uit vier vergeten juweeltjes, aangevuld met drie live-tracks.
Dus
helaas geen volwaardig album, maar de muziek maakt veel goed.
“La
Giostra” is mischien wel een van de mooiste composities van de
groep,
waarbij er een vette knipoog naar de landgenoten van Banco wordt
gedaan.
Echolyn – "Echolyn"
Een gelijknamige dubbelaar werd begin dit jaar gepresenteerd.
Helaas
raakte het album een beetje ondergesneeuwd en ondanks dat het
weer
hoogstaande progressieve rock is viel deze plaat, niet geheel
eerlijk,
tussen wal en schip. Eigenlijk hoort die gewoon in de hoogste
regionen
van een top 10 maar 2012 was voor mij gewoon even geen
Echolyn-jaar!
Het heeft even geduurd, om precies te zijn 7 jaar, maar in 2012
was er
eindelijk dan weer een nieuw album van de Amerikaanse band
Echolyn. Dit
keer zelfs een dubbelaar hoewel het materiaal eigenlijk ook wel
op 1 CD
had gepast. Wat bij de eerste luisterbeurt gelijk opviel was het
mid-tempo karakter van het album. De band neemt de tijd om de
songs te
laten ontvouwen en ook het duizelingwekkende karakter van albums
als
“As The World” en “Cowboy Poems Free” is afwezig. Ook het wel
heel erg
zware donkere karakter van het vorige album is verdwenen. Wat
houden we
dan over? Mooie melodieuze songs, rijk gevuld met muzikale
details
(veel strijkers op dit album) en de herkenbare
achtergrondvocalen. Dit
is niet een album dat je gelijk bij je strot grijpt maar
waarschijnlijk
wel eentje die zich in je brein gaat nestelen na meerdere
luisterbeurten.
Harvest - "Chasing Time"
Afgelopen jaar was Harvest een van de aangename verrassingen van
de
laatste editie van ProgFarm. Harvest is een Spaanse band met een
Nederlandse frontvrouw. Het debuut “Underground Community”
(2009) was
een lekker in het gehoor liggende melodieuze symfoplaat met de
nodige
hints naar Marillion. “Chasing Time” borduurt verder op het
geluid van
de eersteling en geeft de groep een krachtiger eigen geluid. Als
kers
op de taart vinden we een bloedmooie ballad waarin zangeres
Monique van
der Kolk met ex-Pallas-zanger Alan Reed zingt en horen we op “In
Debris” een slidegitaarsolo van Marillion-gitarist Steven
Rothery.
Verwacht geen hoge ambities, maar wel heerlijke goed geschreven
liedjes.
Silhouette - "Across The Rubicon"
Alweer het derde album van deze Utrechtse band, en een plezier
voor het
oor. Met “Across The Rubicon” bewijst de band dat ze zich kan
meten met
de top van de Nederlandse prog scene en zeker het niveau haalt
van acts
als Knight Area en Mangrove. Maar ook met buitenlandse acts als
Galleon, of het oude Pendragon. Zoals het hoort klinken de
toetsen
lekker vet, is er mooi melodieus gitaarspel en een gedegen
ritmesectie.
Ook de vocalen zijn zeer aangenaam en worden door drie bandleden
verzorgd. Muzikaal is de band duidelijk beïnvloed door het oude
Marillion, maar weet zeker een eigen stempel op de muziek te
drukken.
Frames - "In Vitae"
Hoewel nog niet gedraaid bij Xymphonia, zal daar in januari
verandering in komen. Dus deze houd je te goed...
Overhead - "Of Sun and Moon"
Op het vierde studioalbum van de Finse groep Overhead zijn de
songs
zijn iets compacter dan op de voorgangers, al hebben ze nog
steeds het
karakteristieke dat de band zo uniek maakt. Het algehele
bandgeluid is
ook iets steviger, maar laat dit je niet misleiden: het is
doorspekt
met ingenieuze melodieën en vaak opzwepende ritmes. Vooral
drummer
Ville Sjöblom heeft een glansrol naast natuurlijk gitarist
Jaakko
Kettunen. Toetsenist Tarmo Simonen moet ook zeker genoemd. Hij
heeft
een behoorlijk unieke geluid en naast het feit dat hij
inventieve
solo’s speelt is hij met zijn spel sfeerbepalend.