• Maurice Dam

    Top 2013 – oftewel het jaar van de liedjesschrijvers.
    We dachten dat de oogst in 2012 goed was, maar wat een sterk muzikaal jaar was 2013! Er is veel te kiezen en een top 10 is dan ook maar een zwakke afspiegeling. Je tot tien platen beperken is dit jaar bijna niet te doen. Zoveel releases verdienen het om een plekje te krijgen. Op prog-gebied is er veel te genieten. Nieuwelingen als Sound Of Contact en Lifesigns blazen toch wel nieuw leven in de prog, terwijl oud gedienden als Oblivion Sun en Comedy Of Errors ook fijne platen afleveren. En geen prog-liefhebber kan voorbij aan de albums van Steven Wilson en Big Big Train. Daarnaast is Italië sterk vertegenwoordigd: met La Maschera di Cera, dat een vervolg heeft gemaakt op de Le Orme-klassieker “Felona E Sorona” en met de ex-zanger van laatstgenoemde band, die ook een fijn heeft album afgeleverd.
    Wat wel bijzonder is, is dat in de “commerciële” sector de singer-songwriter weer helemaal terug is, getuige het succes van het programma van de heer Beelen. Parallel daaraan is in de minder commerciële sector de singer-songwriter al een aantal jaren terrein aan het winnen - of herontdekt, want naast nieuw talent dat afgelopen jaar een plaat maakte, kwamen ook wat gevestigde namen met een nieuw album.
    Niet zo gek dus, dat voor mij dit het jaar van de singer-songwriter is geworden. Vooral in de UK is er een geweldige wildgroei aan talent, dat zeker zijn weerslag heeft. Boven het maaiveld vind je in de UK Lucy Ward, hoewel de jonge Georgia Ruth ook een aangename plaat heeft gemaakt en wat gevestigde namen, zoals Roy Harper, na lange tijd weer een plaat afleverden. Meest verrassend is echter wel de plaat van Daniel Versteegh, uit ons eigen kikkerlandje. Wat heeft dit met Xymphonia te maken? Nou, de nieuwe garde is niet bang om invloeden buiten de gebaande singer-songwriterpaden toe te laten, waardoor er regelmatig een artiest in Xymphonia opduikt (of zelfs album van de maand wordt). Zo horen we dat de sfeer van Pink Floyd terug keert bij Jonathan Wilson of zelfs Lucy Ward en laat het Mayra Orchestra soms Genesis-achtige sferen herleven.
    Helaas passen er maar 10 albums in een top10! (duh!!!) dus was het een behoorlijk gepuzzel om tot een top 10 te komen. Maar here it goes:

    1. Steven Wilson - The Raven That Refused To Sing And Other Stories (Kscope)
    2. Big Big Train - English Electric: Full Power (eigen beheer)
    3. Daniel Versteegh - Metanoia (Shepherd Song)
    4. Lucy Ward - Single Flame (Navogator)
    5. Silje Leirvik – Endless Serenade (Autumnsongs / Burning Shed)
    6. The Opium Cartel – Ardor (Termo Records)
    7. Daisy Chapman – Shameless Winter (Songs & Whispers / Cargo)
    8. Sound of Contact – Dimensionaut (InsideOut Records)
    9. Jonathan Wilson – Fanfare (Bella Union)
    10. Solstice – Prophecy (Esoteric Antenna)


    NUMMER 1
    Steven Wilson
    Begin van het jaar kwam het derde soloalbum van Steven Wilson uit. De voorganger "Grace for Drowning" was een opmaak naar wat komen zou, en met “The Raven…” heeft Wilson DE plaat gemaakt die zal worden opgenomen in de lijst essentiële prog-albums! Doorslaggevend om deze plaat HET album van 2013 te maken is toch wel het titel nummer. Hier overtreft Wilson zich en weet de luisteraar geëmotioneerd achter te laten. Vooral de show die de band op het Loreley Festival gaf liet een diepe indruk achter. Met recht was het 'Album van de Maand Maart'. Dit is wat we schreven: Vergeet alle platen die Wilson met Porcupine Tree heeft gemaakt na “Lightbulb Sun”, begin weer bij “Grace For Drowning” en je zal merken dat het verloop veel logischer klinkt! Het werk dat Wilson voor bands als King Crimson, Jethro Tull en Caravan heeft gedaan, heeft zeker zijn sporen nagelaten, maar “The Raven That Refused To Sing” is toch in de eerste plaats Steven Wilson en bevat zes tracks, die alle zes over bovennatuurlijke verschijnselen handelen. Wilson heeft als engineer Alan Parsons in de hand genomen, en een band om zich heen verzameld om van te smullen. Drummer Marco Minneman, gitarist Guthrie Govan, bassist Nick Beggs, op toetsen Adam Holzman en natuurlijk Theo Travis op verschillende blaasinstrumenten. We worden dan ook getrakteerd op staaltjes hoogstaand musiceren, maar ondanks de moeilijkheidsgraad klinkt de muziek ongedwongen en ligt aldoor goed in het gehoor. Het album opent met de zware prog van “Luminol” (ook al in live-uitvoering te vinden op de DVD en Blu-Ray “Get All You Deserve”) dat lijkt te beginnen waar Yes' “Relayer” ophoudt! Het magistraal epische titelnummer sluit het album af. Voor de Hifi-freaks onder ons zijn er high-bitrate-versies in zowel stereo- als 5.1-surroundformaat verkrijgbaar op Blu-Ray of DVD. Nog twee leuke weetjes: Alan Parsons is niet alleen aangetrokken als associate producer en opnametechnicus, hij speelt ook nog een stukje "haw-haw"-gitaar op “The Holy Drinker”. Verder is de veelvuldig te horen Mellotron de originele King Crimson MKII Mellotron, opgenomen bij DGM. Voorzichtig willen we de conclusie wel trekken dat dit het beste is wat Wilson heeft uitgebracht... tot nu toe dan.

    Nummer 2
    Big Big Train
    HHet is eigenlijk geschiedvervalsing, aangezien een deel van deze plaat al in 2012 ook al op 1 stond. Dus zouden we eigenlijk “English Electric Part 2” moeten nomineren in de lijst. De vier extra tracks die echter naast het in 2013 verschenen Part 2 op de Full Power-editie staan zorgen er voor dat we deze uiteindelijke versie kiezen. Ook zorgt de aangepaste nummervolgorde ervoor dat het één geheel is geworden. Hoogtepunt van de plaat is zeker het epische “East Coast Racer”. Het nummer vertelt het verhaal van de Mallard: een stoomlocomotief die in 1939 het snelheidsrecord neerzette van 128 mph (206 km/u). Het verhaal richt zich voornamelijk op de personen achter dit record. Luister vooral naar de passage die vlak voor de 11de minuut van dit meer dan een kwartier lange stuk begint. Kippenvel is gegarandeerd!

    Nummer 3
    Daniel Versteegh
    Jawel, een singer-songwriter op nummer 3 in mijn lijst - en ook nog een Nederlands product. Hoewel de plaat al in maart verscheen, ontdekte ik hem pas rond de zomer – en het wat een perfecte soundtrack voor die zonovergoten tijd. “Metanoia” is gevuld met melancholische liefdesliedjes die zonder zoet te worden je toch een warm gevoel geven. Enkelen zullen Daniel kennen van het TV-programma 'De Beste Singer-Songwriter Van Nederland' seizoen 2012, dat hij onsinziens eigenlijk verdiende te winnen. Zijn revanche is dit album! “Metanoia” staat voor wedergeboorte en dat is wat de plaat voor Daniel is. Versteegh timmert overigens al langere tijd aan de weg. Zo won hij de Grote Prijs van Nederland in de categorie singer-songwriter, werd hij uitgeroepen tot 3FM Serious Talent en werkte hij mee aan het album van Lorrainville. Producer Wouter Budé zorgt voor een dergelijke kleurrijke - soms elektronisch, soms akoestisch - maar altijd smaakvolle aankleding dat we met recht van progressieve singer/songwriter-pop kunnen spreken. Daarbij doet zijn prachtige stem ons denken aan Jim Moray.

    Nummer 4
    Lucy Ward
    Nog een singer-songwriter! Nu een Britse. Lucy Ward is al een tijd bezig, en haar eerste album kwam uit toen ze 19 was, maar met haar tweede album maakt ze de stap naar het serieuze werk. Spitsvondige teksten en mooie arrangementen zorgen voor een indrukwekkend album. Luister maar eens naar de diepgang van “Rites Of Man” of “Single Flame”. Het solo-concert van haar in Oentskjerk was zeker een van de live-hoogtepunten van 2013. Ondanks haar jonge leeftijd had ze het publiek met haar geanimeerde verhalen aan haar lippen. “Single Flame” is het tweede album van de Britse jongedame Lucy Ward. Al op 19-jarige leeftijd kwam ze met haar eerste album "Adelphi Has To Fly". Nu, 3 jaar, later is de indrukwekkende opvolger “Single Flame” verschenen. Als je op zo’n jonge leeftijd al zo’n album kan maken met zo’n volwassen geluid verdien je het om aan een breder publiek gepresenteerd te worden. De kraakheldere productie draagt de prachtige engelachtige stem van Lucy en dit komt het beste tot zijn recht in de dromerig nummers, zoals “Honey Of Icarus” waar haar stem zweeft boven de smaakvolle orkestratie. Maar ook de a capella-stukken veroorzaken kippenvel. Hoewel de basis nog steeds diep geworteld is in de Engelse folk zal “Single Flame” ook zeker een breder publiek aanspreken, mede door nummers als “Velvet Sky” of “The Last Pirouette” (naar een gedicht van Lucy's vader) waarin we toch zeker verwantschap horen met het werk van Tom McRae. En ook “Ink”, met heerlijk Fender Rhodes-spel, zal het goed doen. Hoogtepunt is wel het donkere, percussieve “Rights of Man”, dat haast psychedelisch is door een spookachtig orgeltje wat bijna het oude Pink Floyd weer tot leven roept! Naast wat eigen nummers zij er ook wederom enkele traditionals bewerkt, zoals bijvoorbeeld “Lord I Don’t Want To Die In The Storm”.

    Nummer 5
    Silje Leirvik
    Poeh, komt er eind december een plaat in je brievenbus die je toch behoorlijk weet te raken. En nóg een singer-songwriter, maar dan wel een waar de prog vanaf druipt. “Endless Serenade” is het tweede album van de Noorse folkzangeres Silje Leirvik. De plaat is echter doordrenkt met klassieke toetsen, met een prominente rol voor de Mellotron. Dit is voornamelijk te danken aan medemuzikant Rhys Marsh, die zo goed als alle instrumenten bespeelt op het album. Het is echter de stem van Silje die je doet betoveren. “Endless Serenade” is een klassiek voorbeeld van 'less is more'. Soms is een stilte veelzeggender. Goed voorbeeld is het einde van “And Then Love Came”.

    Nummer 6
    Opium Cartel, The
    En we blijven in Scandinavië: een aantal van de meest aansprekende albums verschenen aan het eind van het jaar. Zo ook deze plaat. Met recht werd “Ardor” verkozen tot 'Album van de Maand December'. De band rond Jacob-Holm Lupo, die we ook kennen van White Willow, is met “Ardor” klaar voor het grote werk. Want naast dat de muziek nog eens ongelofelijk goed in het gehoor ligt, zou het zomaar eens door een breder publiek kunnen worden opgepakt. In het thuisland is dit langzaam aan het gebeuren.
    In 2009 verscheen het eerste album "Night Blooms" van The Opium Cartel. In dit project wilde gitarist/componist Jacob Holm-Lupo (van White Willow) zijn meer songmatige popkant naar voren laten komen. We hoorden sporen van de vroege progfolk van White Willow, maar ook meer elektronica en artpop in de muziek, vermengd met symfonische passages. Vier jaar later is er nu een opvolger onder de titel "Ardor" en de muziek heeft een duidelijke ontwikkeling doorgemaakt. De progfolk is nagenoeg weg, symfonische passages zijn er nog steeds maar het is met name de elektronica en artpop die nu de boventoon voert. Qua vocalisten keren Tim Bowness (van No-Man), Stephen James Bennet (van Henry Fool) en Rhys Marsh terug, maar het zijn de stemmen van Venke Knutson en Alexander Stenerud die we het meest horen. Beide zijn hier in Nederland niet bekend, maar hebben in Noorwegen al een reeks top 10-hits op hun naam staan. De overige muzikanten, die we naast Holm-Lupo op het album horen, zijn voor vaste Xymphonia-luisteraars bekende namen als drummer/klankbeeldhouwer Mattias Olsson, toetsenist Lars Fredrik Froisle (White Willow en Wobbler) en Ketil Vestrum Einarsen (Jaga Jazzist). Het resultaat is een album dat Holm-Lupo's eerbetoon is aan de klanken die hij in de jaren 80 op de radio hoorde. Dus we horen veel typische warme jaren 80-synthgeluiden, vertaald naar 2013. De plaat sluit af met een heus epic, waar we de White Willow-trekjes zeker kunnen waarnemen.

    Nummer 7
    Daisy Chapman
    En dan heb je bijna je lijstje klaar en kom je erachter dat er toch nog een plaat mee mag in de 2013- lijst omdat de CD pas in 2013 goed werd gedistribueerd. “Shameless Winter” van de uit Bristol afkomstige Daisy Chapman is zo’n album dat onder je huid gaat kruipen. De plaat staat vol met verhalende liedjes, met vaak een cynische ondertoon, en laat ook vooral wat aan je eigen verbeelding over. Luister maar naar bijvoorbeeld “The Gentleman In 13B”. Live timmert ze ook behoorlijk aan de weg en ze treedt in zeer uiteenlopende locaties op: van kleine kroeg en huiskamer tot heuse theaters. Ook bijzonder is het concert dat we hebben mogen meemaken een 'pay as you like'-show was. Men ging warempel met een echte hoge hoed rond.

    Nummer 8
    Sound of Contact
    Dé band die de prog een nieuwe boost moest geven in 2013 was Sound Of Contact. De groep rond Simon Collins en Dave Kerzner weet op een mooie manier de lange epische stukken samen te smelten met meer poppy en goed in het gehoor liggende nummers. Live wist Sound Of Contact nog niet echt te overtuigen, mede doordat ze voornamelijk voorprogramma’s deden en dus niet de tijd konden nemen om een gedegen geluid neer te zetten. De geplande headline-tour viel tevens in het water, maar laten we hopen dat het niet bij één album blijft. Wat betreft “Dimensionaut”: een contract met prog-label InsideOut en de genoemde namen doen een puur symfo-album vermoeden, maar da's toch niet helemaal waar. De eerste helft van dit conceptalbum (ja, dat dan weer wel) bevat nl. de nodige compacte catchy songs, zij het wel met symfo-tic. Hoogtepunt is evenwel het 20 minuten lange 'epic' "Möbius Slip": een afwisselend, sterk gecomponeerd stuk, dat een breed arsenaal aan sferen laat horen - met Kerzners achtergrond verwacht je ook niet anders - en ook flitsend drumwerk van Collins.

    Nummer 9

    Jonathan Wilson
    Hmmm, we zien een trend in de lijst komen. We worden een jaartje ouder en de muziekkeuze verandert hiermee ook... Jonathan Wilson is geen kleine jongen in de hedendaagse scene. Hij heeft met veel groten der aarde gewerkt waaronder Jackson Browne en simultaan aan het nieuwe album van Roy Harper, bij welke hij een behoorlijke vinger in de pap heeft gehad, komt zijn tweede soloplaat uit. De vele 'muzikale vrienden' die op de plaat mee doen zijn zeker een extra, maar het materiaal staat als een huis.
    De Amerikaanse singer/songwriter Jonathan Wilson verraste twee jaar geleden met zijn debuutalbum “Gentle Spirit”. Enerzijds had die plaat de lome sfeer van de Pink Floyd van albums als "Obscured By Clouds", anderzijds refereerde hij sterk aan de heftige Neil Young van songs als "Down By The River". Ook opvolger "Fanfare" gebruikt veel elementen uit muziek van medio 1970. 'Weinig origineel', zou je dan kunnen aanvoeren. Maar de caleidoscopische wijze waarop deze multi-instrumentalist ontelbare verschillende elementen in knappe songs giet, maken "Fanfare" tóch een oorspronkelijk werkstuk. Méér dan dat zelfs. De evidente Neil Young-elementen zijn wat afgezwakt - die lijzige, dromerige Pink Floyd-sfeer zeer zeker niet. Het album klinkt over de hele linie wellicht wat Britser dan z'n voorganger, maar dan nog steeds aangelengd met een flinke scheut Amerikaanse Westcoast. Een aantal iconen uit die scene, David Crosby, Graham Nash en Jackson Browne, heeft zelfs kleine gastrollen. Diverse recensenten haalden al het legendarische solo-album “Pacific Ocean Blue” van Beach Boy Dennis Wilson aan, vooral door de majestueuze, breed uitwaaierende lijzige arrangementen. Het maakt "Fanfare" zowel psychedelisch als regelmatig symfonisch. De bewondering neemt nog flink toe als je leest dat Jonathan Wilson zélf het leeuwendeel van de gitaar-, toetsen- en drumpartijen heeft ingespeeld. Waarbij hij natuurlijk veel warm klinkend vintage-appatuur heeft gebruikt. Het titelnummer is de perfecte opener van de plaat, die je echt beetje voor beetje de muziek insleurt, om je aan het eind wakker te schudden met een haast aan freejazz refererende vette saxofoonsolo van James King.

    Nummer 10

    Solstice
    Het tweede album met de huidige bezetting van de band laat een meer ingetogen geluid horen. Daardoor moet je de plaat zeker een aantal keer beluisteren voordat die goed bezinkt. Hierdoor werd ik in het begin op het verkeerde been gezet. Maar na een paar luisterbeurten begon het zogenaamde kwartje te vallen. Vooral het heerlijke gitaarwerk is een van de sterke punten van het album.
    Met "Prophecy" ligt er nu alweer een coherent werkstuk, dat de band zelf dan ook het meest ambitieuze album tot nu toe noemt. Met heeft Marvel Comics-tekenaar Barry Kitson gevraagd de muziek en het bijbehorende verhaal te visualiseren, zodat er een geheel van tekst, muziek en beeld is ontstaan. Solstice maakt ook hier atmosferische symfo, waarin de engelenachtige zang van Emma Brown, de viool van Jenny Newman, de keyboards van Steven McDaniel en de gitaren van Andy Glass de grootste sfeerbepalende factoren zijn. In "West Wind" zijn die elementen wellicht het best in evenwicht. Als het folky karakter overheerst denk je met Iona van doen te hebben, als er psychedelische passages zijn, neigt Solstice naar vroege Porcupine Tree. Maar wacht even: Solstice maakte dergelijke muziek al in de eerste helft van de jaren tachtig, dus het is andersom! Inderdaad: Steven Wilson is al jaren een fan en bleek zelfs bereid enkele songs van "Silent Dance" (1984) te remixen. Dat album is onder technisch bepaald onvolmaakte omstandigheden opgenomen en Wilson maskeert dat niet. De songs, die als bonustracks van "Prophecy" fungeren, klinken echter onmiskenbaar helderder en gedetailleerder dan ooit.
  • En dan heb je er al 10! De volgende albums hadden op een ander moment zomaar in de top 10 kunnen staan. Het maken van een jaarlijst is altijd een tijdopname. Daarom verdienen de volgende bands zeker ook een vermelding, dus we gaan lekker door na nummer 10… Oh en we doen niet aan live-documenten, maar een van mijn favoriete releases en hoogtepunt was zeker de integrale uitvoering van het “Brave”-album tijdens het Marillion Weekend. De Blu-Ray-registratie die hier intussen van verschenen is, bevat dan ook de ultieme versie van deze plaat. Tevens mag de Blu-Ray van Anathema (“Universal”, opgenomen in Bulgarije, met orkest) er zijn.

    Nummer 11, 12 en 13… en de rest.

    Nummer 11 Comedy Of Errors - Fanfare And Fantasy (eigen beheer)
    Het tweede volwaardige album van deze Schotse band die al 30 jaar bestaat. Neo-prog zoals neo-prog moet zijn. Een flinke dosis Marillion, een scheutje Genesis, wat klassieke thema’s en men gooit er af en toe een toefje NWOBHM er tegenaan. Maar uiteindelijk is dit toch echt Comedy Of Errors, want zonder de bezieling van de muzikanten was het niet zo’n fijn album geworden. In 2011 verscheen vrij plotseling het echte debuut van de Schotse neoprogband Comedy Of Errors. Dat was 27 jaar nadat de groep was opgericht en 23 jaar na een zonder medeweten van de band verschenen officieus debuut. Vriend en vijand waren verrast door de kwaliteit die op "Disobey" werd tentoongespreid. Gelukkig houdt de groep de vaart erin, want koud twee jaar later is er al een vervolg. Nog steeds zijn er drie originele leden present, maar Abel Ganz-bassist Hew Montgomery heeft wegens tijdgebrek moeten afhaken. Hij is intussen vervangen door John Fitzgerald, maar die heeft alleen nog wat achtergrondvocalen kunnen bijdragen aan "Fanfare & Fantasy". De baspartijen werden ingespeeld door gitarist Mark Spalding. Creatieve spil is nog steeds toetsenist Jim Johnston, die alle composities schreef. Hij steekt invloeden niet onder stoelen of banken en bewijst dat symfonische rock ook echt door klassieke muziek beïnvloed is: Thomas Tallis wordt geciteerd, Gustav Mahler en Ralph Vaughan Williams worden bedankt, die laatste twee, alsmede Ludwig van Beethoven zijn ook op de hoes terug te vinden: een Mark Wilkinson-achtig thematisch zoekplaatje van Joe James, naar ontwerp van Johnston. Titel: "Ich bin die Welt abhanden gekommen", een ooit door Mahler getoonzet gedicht van Friedrich Rückert. Verder is de muzikale link met andere neoprogbands onmiskenbaar; zo horen we in "The Anwer" reminiscenties aan Marillions "Forgotten Sons". Maar "Fanfare & Fantasy" is vooral een krachtig en fris klinkend album vol doordachte composities en fraai spel. En dat krachtige en frisse is ook mede te danken aan, daar is hij weer, geweldenaar-geluidstechnicus Rob Aubrey (o.a. Big Big Train, Cosmograf, Pendragon, live-mixer van Spock's Beard, etc. etc. etc).

    Nummer 12 Mayra Orchestra – World Of Wonder (eigen beheer)
    Zo aan het eind van het jaar was er een kleine verrassing. Het Mayra Orchestra rond Maartje Dekker en Christaan Bruin. Maartje noemt het zelf een 'cinematic pop orchestra' en dat dekt de lading goed. Denk hierbij aan een combinatie van Tori Amos, Björk en Sigur Rós, met hier en daar een dosis symfonische rock. Drie jaar is er gewerkt aan deze plaat en dat is te zien en te horen. De mastering is gedaan in de Wisseloord Studio’s, door Darcy Propper, die in het verleden al eens een Grammy Award met dergelijk werk wist te winnen. Het album klinkt dan ook als een klok. Ook de bijgaande DVD mag er zijn. Hier zie je wat het orkest neer kan zetten en naast de muziek ook visueel de puntjes op de 'i' weet te plaatsen. Vermeldenswaardig is het fraaie pop-up-boekwerk, dat geheel met de hand is gemaakt. Kortom een indrukwekkend project van Nederlandse bodem.

    Nummer 13 Oblivion Sun - The High Places (Prophase Music)
    Eindelijk! De complete Merlin Suite op plaat gezet door de twee leden van Happy The Man. De kern van ex-Happy The Man-leden Stan Whitaker en Frank Wyatt is gebleven, maar de overige musici zijn nieuw. Grootste verschil is het ontbreken van tweede toetsenman Bill Plummer. Wellicht klinkt het nieuwe album daardoor meer gitaargeoriënteerd dan de eersteling. Wyatt speelt daarbij meer op piano dan op allerlei synthesizers, wat ook bijdraagt aan de nieuwe sound. "The High Places" bevat slechts vijf songs, waarvan het titelnummer echter ruim 22 minuten in beslag neemt. Het is een bewerking van het stuk “Merlin Of The High Places”, een oud Happy The Man-stuk, dat op de archiefplaat "Death's Crown" prijkt. Verder kennen we de korte ballade "Everything" al van het Whitaker/Wyatt-project "Pedal Giant Animals". Al met al slaan de gitarist/zanger en toetsenman/blazer, samen met bassist David Hughes en drummer Bill Brasso, een nieuwe weg in.

    En  Verder:

    Roy Harper - Man And Myth (Bella Union)
    Lifesigns – Lifesigns (Esoteric Antenna)
    La Maschera Di Cera - Le Porte Del Domani (AMS)
    Aldo Tagliapietra - L'Angelo Rinchiuso (SELF)
    PFM – PFM In Classic: Da Mozart A Celebration (Immaginifica)
    Honeychurch - Will You Be There With Me (eigen beheer)
    Robert John Godfrey - The Art Of Melody (Ooperation Seraphim)
    Freedom To Glide – Rain (Ruby Storm Records)
    Sanguine Hum - The Weight Of The World (Esoteric Antenna)
    Moon Safari - Himlabacken Vol. 1 (eigen beheer)
    Riverside - Shrine Of New Generation Slaves (InsideOut)
    Spock's Beard - Brief Nocturnes And Dreamless Sleep (eigen beheer / InsideOut)
    Tirill - Um Himinjodur (Fairy Music)