• René Yedema

    Top 2013

    1. Days Between Stations - Visionary - "In Extremis" (Eigen Beheer, 2013)
    Bijna het 'Album van de Maand Juni'. In 2008 stond het debuut van Days Between Stations bovenaan in mijn jaarlijstje. Met "In Extremis" doet de rond het duo Oscar Fuentes Bills en Sepand Samzadeh gevormde formatie wederom een geslaagde gooi naar een topnotering. Dit keer werd de hulp ingeroepen van producer/drummer/zanger Billy Sherwood, bassist Tony Levin, toetsenist Rick Wakeman en gitarist Peter Banks, terwijl XTC-zanger Colin Moulding op één track te gast is. Toch hebben deze grote namen geen inbreuk gedaan op de eigen sound van de band. De eerste CD werd omschreven als 'Porcupine Tree in een Floyd-mood tijdens een postrockperiode inclusief ambient-getinte fratsen'. De nieuwe plaat is beduidend symfonischer en ondanks dat de vocalen nu een belangrijke rol vervullen, blijft de instrumentatie voorop staan. Mooi uitgesponnen gitaarsolo's (niet zelden met flink wat slide-spel), Mellotronbijdragen, MiniMoog-escapades, orkestrale partijen en ingetogen pianostukken vormen de bouwstenen voor een indrukwekkende plaat, die gestoken is in een Paul Whitehead-hoes en die deels opgedragen is aan de vlak na de opnames overleden Peter Banks.

    2. Dunnery, Francis - " Frankenstein Monster -Stitched Back Together" (Francis Dunnery Music/Aquarian Nation, 2013)
    Begin dit jaar kondigde Francis Dunnery zijn terugkeer naar de elektrische gitaar aan. Velen dachten wellicht dat hij met een progressief rockalbum zou komen aanzetten, maar het onlangs uitgebrachte "Frankenstein Monster - Stiched Back Together" is veel meer een eerbetoon aan zijn in 2008 overleden broer Barry ("Baz"). Laatstgenoemde speelde in de vroege jaren zeventig in Necromandus, dat in 1973 het door Tony Iommi geproduceerde album “Orexis Of Death” opnam, dat pas in 1999 postuum werd uitgebracht. Necromandus maakte muziek die de geest van Black Sabbath vermengde met de intelligentie van Yes. Dunnery heeft voor zijn nieuwe album vooral materiaal van zijn broer gebruik, aangevuld met een cover van "Blood Of My Fathers" van de band Warm Dust en eigen werk. Dit heeft een echte gitaarplaat opgeleverd, waarin toetsen een zeer bescheiden rol spelen. Geen terugkeer naar de oude sound van It Bites derhalve. Lekkere riffs worden afgewisseld door splijtende solo's, terwijl Dunnery's zang doorleefd klinkt. De titels van de songs zijn de oorspronkelijke titels zoals in bedoeld waren voor Orexis Of Death. Het gekozen stuk bijvoorbeeld heet op die plaat Gypsy Dancer. Opname-engineer was trouwens Brett Kull van Echolyn, die ook de CD-mastering deed.

    3. Toshimi Project - "SO" (ZiZO/Shiosai, 2012)
    In 2011 verraste het jazzrocktrio Toshimi Project ons aangenaam met het debuutalbum "1st Gear". Op dat moment een ideale zoethouder voor diegenen die op het nieuwe album Tribal Tech aan het wachten waren. Eind vorig jaar produceerden de drie Japanners de opvolger "SO". De lange tracks van het debuut zijn daarop ingeruild voor meer compacte composities. Maar de spelvreugde, de virtuositeit én de melodieuze inslag zijn gebleven. Dit is hoogwaardige rockende jazzrock, die toch behoorlijk toegankelijk is. Uiteraard is de fretloze bas van de naamgever Toshimi Nagai het jubelende middelpunt, maar drummer Kozy Hasegawa en gitarist Shibasaki Hiroshi doen hier niet voor onder. Er lijken niet veel officiële sites van de band te zijn.

    4. Beady Belle - "Cricklewood Broadway" (Jazzland Recordings, 2013)
    Het zesde album van Beady Belle is wederom een fraai staaltje van nujazz-soul-triphop geworden. Gebaseerd op de roman "White Teeth" van Zadie Smith verzorgt zangeres Beate S. Lech prachtige melodielijnen, waardoorheen het subtiele toetsenwerk van David Wallumrød doorheen geweven is. Vooral uit de Prophet 5, Minimoog en Juno 2 weet hij intrigerende geluiden te creëren. Liefhebbers van Beate S. Lech moeten trouwens ook op zoek naar haar soloplaat "Min Song Og Hjarteskatt", waarop ze Noorse folksongs vertolkt.

    5. Steven Wilson - The Raven That refused to sing and other stories (K-Scope, 2013)
    Zie de verhalen die Herman en Maurice hier al over geschreven hebben.

    6. Ampledeed - "A Is For Ampledeed" (eigen beheer, 2013)
    Ampledeed is een nieuwe Amerikaanse band, gevormd rondom gitarist Luis Flores, zanger/bassist/ toetsenman Max Taylor en zanger/toetsenman Aaron Goldich, aangevuld met enkele gastmusici.

    In tegenstelling tot de Yes-geïnspireerde formatie The Source, waarmee Goldich al twee albums heeft gemaakt, staat op "A Is For Ampledeed" muziek die zowel het onbevangene van het debuut van Spock's Beard en het vroege Echolyn bevat als die Steely Dan-achtige progjazzy 'coolness' van (You Were) Spiraling in zich heeft. Dus wel muziek boordevol ideeën met veel ruimte voor instrumentale expressie, maar nergens echt complex.

    7. Wintergatan - "Wintergatan" (Sommerfågel Records, 2013)

    Op het debuut van het Zweedse gezelschap Wintergatan staat bijna dansbare progressieve rock met folkinvloeden, voortgebracht door allerlei aparte instrumenten, zoals klokkenspel, vibrafoon, typemachine, Theremin en hakkebord, aangevuld met het standaard rockinstrumentarium De instrumentale cd eindigt met een heus monument, waarin de progressieve rock het beste tot uiting komt. Enige vergelijking met Kit Watkins' vroege soloplaten is zeker op zijn plaats. Wintergatan baarde allereerst opzien met een aantal vernuftige videos op Youtube. In essentie is het een project opgezet door multi-instrumentalist Martin Molin, waaraan hij de afgelopen drie jaar heeft gewerkt. Het is min of meer een voortzetting van zijn vorige band Detektivbyrån.

    8. Arc Angel - "Harlequins Of Light" (Frontiers Records, 2013)
    Nadat in 2012 de heruitgave van het debuut van Arc Angel uit 1983 het licht zag, heeft Jeff Cannata nu een heuse opvolger geproduceerd, getiteld "Harlequins Of Light". Onder de naam van Cannata en later als Arc Angel-Cannata heeft de zanger/multi-instrumentalist een ontwikkeling doorgemaakt van synthetische, perfect geproduceerde AOR tot krachtige compacte symfonische rock. Deze ontwikkeling is ook waarneembaar op het nieuwe album. De oorspronkelijke AOR is nog duidelijk aanwezig, maar de productie en het instrumentengebruik verraden Cannata's roots, zoals hij die vroeger uitte in Jasper Wrath. Het is dus weer genieten van perfecte koortjes, korte flitsende gitaarsolo's en warme toetsenklanken. Daarbij valt op de Cannata's drumwerk ook steeds natuurlijker is gaan klinken; in Amnesia is zelfs de vergelijking met Jerry Marotta bij Peter Gabriel te maken.

    9. Oblivion Sun – The High Places (Eigen Beheer)
    Eindelijk! De complete Merlin Suite op plaat gezet door de twee leden van Happy The Man. De kern van ex-Happy The Man-leden Stan Whitaker en Frank Wyatt is gebleven, maar de overige musici zijn nieuw. Grootste verschil is het ontbreken van tweede toetsenman Bill Plummer. Wellicht klinkt het nieuwe album daardoor meer gitaargeoriënteerd dan de eersteling. Wyatt speelt daarbij meer op piano dan op allerlei synthesizers, wat ook bijdraagt aan de nieuwe sound. "The High Places" bevat slechts vijf songs, waarvan het titelnummer echter ruim 22 minuten in beslag neemt. Het is een bewerking van het stuk “Merlin Of The High Places”, een oud Happy The Man-stuk, dat op de archiefplaat "Death's Crown" prijkt. Verder kennen we de korte ballade "Everything" al van het Whitaker/Wyatt-project "Pedal Giant Animals". Al met al slaan de gitarist/zanger en toetsenman/blazer, samen met bassist David Hughes en drummer Bill Brasso, een nieuwe weg in.

    10. Marsh, Rhys - "Suspended In A Weightless Wind (Covers, Volume I)" (Autumnsongs Records, 2013)
    "Suspended In A Weightless Wind (Covers, Volume I)" is de eerste EP van Rhys Marsh onder eigen naam. Zoals de subtitel al suggereert betreft het hier een verzameling covers. De in Noorwegen woonachtige Brit koos vijf songs, die oorspronkelijk geschreven waren tussen 1968 en 1972 door bands en artiesten als Family, King Crimson, Scott Walker en Crosby, Stills & Nash. De bewerking vallen vooral op door de koele, haast jazzy stem en het veelvuldige gebruik van de Mellotron. Met name door dit instrument ontwikkelen de Nick Drake-cover “Things Behind The Sun” en de Family-song "Mellow Grey" zich tot een dramatische ballade die zo op een vroege King Crimson-plaat gestaan had kunnen hebben.

    Tja, toen waren de tien alweer bezet. Mede door enkele mooie uitgaven in de laatste maanden van het jaar en het feit dat ik toch mijn gevarieerde muziekkeuze tot uiting wilde brengen, vielen enkele oorspronkelijke top 10-titels buiten de boot. Denk aan de prima jazzrockalbums van Senri Kawaguchi, Mark Murdock, Antoine Fafard en het album van de maand januari, Richard Hallebeeks “RHPII: Pain In The Jazz”. De jazzrock is sowieso aan een sterke opmars nodig en heeft daarbij geen hulp nodig van "De Beste ... van ..."-programma's. Opvallend genoeg viel ook The Opium Cartel buiten de top 10, terwijl ik die vooraf toch een top 5 had toebedacht. Nou ja, gelukkig staat “Ardor” in andere lijstjes. En het blijven momentopnamen. Morgen zou zomaar Everything Everything bovenaan kunnen staan, gevolgd door Itsnotyouitsme met Theo Bleckman en Skúli Sverrisson, Jacco Gardner, Matte Henderson en Deptford Goth (om maar eens wat te noemen).