-
René Yedema
- Top 2020:
-
1. Dezolve – "Frontiers" (King Records 2020)
In 2019 ontdekte ik via "Area" de muziek van het Japanse kwartet Dezolve. Het was inmiddels het vierde album van deze groep jonge musici, die een bruisende mix produceren van complexe jazzrock, catchy fusion en bombastische progressieve rock. Bands als Kenso, Isildurs Bane en Casiopea worden als vergelijking genoemd. Op de nieuwe CD "Frontiers" is in één nummer zelfs een zangeres te horen, terwijl er in enkele andere stukken wat woordloze vocale bijdragen zijn verwerkt, waaronder de uit India bekende percussiezang. Dit geeft aan dat Dezolve het muzikale pakket nog wat verder heeft uitgebreid. Verder is in "Rondo Without Answer" ook nog een nostalgische Franse sfeer bespeurbaar en is in “Across The Silk Road” duidelijk de eigen Japanse roots verwerkt. Daarom voor het tweede jaar op rij een nummer 1-notering voor Dezolve.
Websites:
https://www.dezolve.net/
https://nl-nl.facebook.com/dezolve.official/
2. Minster, Anastasia – "Father" (eigen beheer, 2020)
Begin april 2020 verscheen het album "Father" van de in Canada woonachtige Anastasia Minster. De zangeres werd in Moskou geboren, verhuisde in 2014 naar Toronto en debuteerde in 2017 met het donkere kamerpop-album "Hour Of The Wolf". Op de nieuwe plaat, waarvan de teksten beïnvloed zijn door Carl Jung, Herman Hesse en Andrej Tarkovski, wordt ze op drie nummers begeleid door de ons welbekende Steve Jansen. Zo is hij in het verstilde titelnummer te bewonderen op synthesizers, synthetische strijkers en effecten. Een andere gastmuzikant is cellist Raphael Weinroth-Browne. Anastasia Minster symboliseert wat mij betreft de grote stilte die optrad na het ingaan van de eerste lockdown.
Websites:
http://www.anastasiaminster.ca/
https://anastasiaminster.bandcamp.com/
3. Bumerang – "Bumerang" (Richie Rich Music, 2020)
Gitarist Richard Hallebeek, een graag geziene gast in mijn jaarlijsten, verkeert in Bumerang in het gezelschap van zijn 'eigen' drummer Niels Voskuil en bassist Lorenzo Feliciati. Op de eerste twee stukken van Bumerangs titelloze debuut lijkt laatstgenoemde de gitarist dermate te hebben beïnvloed dat er een meer rockende groepssound is ontstaan. "Friday At Last!" en "Sunset Sky" starten namelijk met thema’s van meerdere lagen catchy gitaarakkoorden en huppelende, aan Jeff Berlins techniek verwante basloopjes. Maar dat zijn slechts eerste indrukken. Al na een paar maten tovert Hallebeek de van hem zo bekende jubelende solo’s uit zijn instrument. De setting mag dan iets gewijzigd zijn, de melodieuze jazzrock staat nog immer centraal in de gezamenlijk geschreven en deels gelijktijdig in diverse studio’s opgenomen stukken. Zoals we van vorige albums gewend zijn worden de virtuoos gebrachte, doch toegankelijke composities afgewisseld met enkele korte sfeerimpressies die met hun basglijders, aanzwellende cloudguitar-tonen, synthesizer-effecten en losse drum-accenten binnen de traditie van Allan Holdsworths "Zones" vallen. Deze inspiratiebron voor Hallebeek komt nog sterker tot uiting in "Moonphases", waarin de subtiele, hobo-achtige gitaarsynthesizer-klanken de befaamde SynthAxe in herinnering brengen. Het vormt samen met het ietwat grimmige, traag groovende titelnummer en de symfonische, naar een glorieus gitaarthema toewerkende ballade "Turning Points", enkele van de hoogtepunten van de plaat.
Websites:
https://www.richardhallebeek.com/
https://nl-nl.facebook.com/richardhallebeek
4. Yabuki, Taku – "Modern World Symphony No. 3" (Bandcamp, 2020)
Een nieuwe ontdekking aan het eind van 2020 en wederom uit Japan afkomstig. Taku Yabuki is een toetsenman, die onder een select publiek bekend is van de formatie Konejihiyakkei. Op zijn vijfde soloplaat maakt hij symfonische jazzrock avant la lettre. Orkestrale arrangementen begeleiden zijn klassiek geïnspireerde klavierspel, terwijl hij voor elke compositie topmusici heeft geselecteerd, waarvan de namen van Frank Gambale, Marco Minnemann en Alex Argento het meest tot de verbeelding zullen spreken. Laatstgenoemde is verantwoordelijk voor de synthesizersolo in het spetterende slotnummer “Activation”.
Websites:
https://takuyabuki.bandcamp.com/
https://takuyabuki.bandcamp.com/album/modern-world-symphony-no-3-digital-album-with-a-digital-versions-limited-song
5. Jakszyk, Jakko M. – “Secrets & Lies” (InsideOut / Sony Music, 2020)
“Secrets & Lies” is een mooie, wederom persoonlijk getinte terugkeer van Jakko M Jakszyk naar het solofront. Gedurende de 14 jaar na zijn laatste soloplaat “The Bruised Romantic Glee Club” was hij actief op “A Scarcity Of Miracles (A King Crimson ProjeKct)”, het tweede album van Dizrhythmia én op "Words Are All We Have", het tweede album van Stefano Panunzi's Fjieri, waarop Jakszyk een zeer voorname rol speelt. Van laatstgenoemde plaat heeft de Brit aan twee songs een andere draai gegeven op “Secrets & Lies”, terwijl hij ook een nieuwe interpretatie vertolkt van zijn eigen song “The Borders We Traded”, waarvan het origineel op “Mustard Gas And Roses” uit 1994 te bewonderen is. Voor de instrumentele invulling doet Jakszyk op deze nieuwe schijf weer een beroep op zijn muzikale vrienden: Mark King, waarmee hij kort in Level 42 zat, John Giblin, zijn z'n huidige King Crimson-maten, inclusief opper-Crimso Robert Fripp én Peter Hammill. Dat Jakszyk mede beïnvloed is door de Canterbury Scene bewijst hij door het ingetogen “The Rotter’s Club Is Closing Down”.
Website: https://jakko.com/
6. Sancious, David – “Eyes Wide Open” (NBS Incorporated, 2020)
Een film voor jouw oren noemt David Sancious zijn comebackplaat “Eyes Wide Open”. Het is een CD die een weerslag geeft van het afgelopen jaar in met name de Verenigde Staten. Vooral de raciale ongelijkheid en de consequenties daarvan in het dagelijks leven lopen als een rode draad door de plaat. Op het album bespeelt hij alle instrumenten zelf, behalve de drums, waarvoor topkrachten waarmee hij door de loop der jaren werkte, zoals Michael Bland (o.a. Prince) en Will Calhoun (Living Colour) zijn gevraagd. Slechts bij vlagen is trouwens de proggy jazzrock-vibe van weleer te horen, ten faveure van o.a. funk- en R&B-passages. Hoewel het dus geen terugkeer is naar zijn progressief getinte jazzrockplaten heb ik wel een zwak voor deze schijf.
Websites:
https://davidsancious.bandcamp.com/album/eyes-wide-open
http://davidsancious.com/
7. Moleslope – "Slope" (Dewfall Records, december 2019)
Weer een leuke ontdekking van het afgelopen jaar. De Canterbury Scene is inmiddels een wijd verspreid gegeven. Zo kwamen we onlangs "Slope" tegen, de eerste CD van de Japanse instrumentale band Moleslope. Het eerste deel van de naam komt van Matching Mole, wat op zich weer een afgeleide was van Soft Machine, terwijl het tweede deel een eerbetoon aan de mooie hellingen rondom Canterbury is. De band zoekt het vooral in de relaxte variant van de stroming, met veel aandacht voor de zoemende bas, melodieus saxofoon- en fluitspel en subtiele toetsenbijdragen van de twee keyboardspelers. Volgens eigen zeggen vermengen de musici de stijl met Krautrock, post-rock, jazz en minimal music.
Websites:
http://www.moleslope.com/
https://moleslopemusic.bandcamp.com/album/slope
8. Soften The Glare – "Glint" (eigen beheer, 2020)
Drie jaar na "Making Faces" verscheen afgelopen jaar "Glint", de nieuwe CD van Soften The Glare, het trio bestaande uit Bon Lozaga, Ryan Martinie en Mitch Hull. Van dit drietal is Lozaga ongetwijfeld het bekendst. Hij volgde eind jaren zeventig Allan Holdsworth op als gitarist van Gong, was bandlid van Pierre Moerlen's Gong, richtte in de jaren negentig Gongzilla op en bracht enkele soloplaten uit. Aanvankelijk lag zijn gitaarstijl in het verlengde van Holdsworth, maar in de loop der jaren is zijn spel zowel rauwer als meer funky geworden. Dat is ook goed te horen op "Glint", die op sommige momenten een moderne King Crimson met funkinvloeden doet vermoeden. Toch Heeft Soften The Glare een hele eigen stijl, die mede vormgegeven wordt door blazers, sounddesign en in enkele tracks een violist. Door die viool klinkt “Cluck” als een Dixie Dregs-outtake.
Website: https://softentheglare.bandcamp.com/
9. Zopp – "Zopp" (Bad Elephant Music, 2020)
De favoriete plaat van de vader van Ryan Stevenson is "The Rotter's Club" van Hatfield And The North. Je zou daarom kunnen zeggen dat de liefde voor de Canterbury Scene er bij deze Britse multi-instrumentalist met de paplepel is ingegoten. Aan de muziek op het titelloze album van zijn band Zopp is dat ook goed te horen. De basis van de negen nummers werden over een periode van tien jaar opgenomen. Later voegde onder andere Andrea Moneta daar drums aan toe, werd Andy Tillison uitgenodigd toetsenpartijen aan te leveren en mocht Theo Travis opdraven voor een solo in het nummer "V". Toch is de muziek die Stevenson produceert over het algemeen wat symfonischer getint als de gemiddelde Canterbury-plaat. Dit komt mede door het wat dominantere gebruik van Mellotron en moderne synthesizers. De Canterbury Scene is een terugkerend thema in mijn top 10 en met “Eternal Return” trap ik af. https://zopp.bandcamp.com/
https://www.facebook.com/zoppmusic/
10. Gerven, Twan van – "How U Gonna Stroke Yer Solo" (Home Made Records, 2020)
Na CD’s met Tree Funk Concept, Anneke van Giersbergen, de coverband Jah6 en de ska/reggae-formatie Beef debuteerde Twan van Gerven in 2014 als sologitarist met "Junk Dilemma", een jaar later gevolgd door "Dutch X-Ing". Ik leerde zijn muziek echter pas kennen en waarderen via het in september verschenen "How U Gonna Stroke Yer Solo". De gecomponeerde, maar met gevoel voor improvisatie opgenomen robuuste jazzrock (denk aan een combinatie van het rock-georiënteerde werk van Zappa en de live-werk van Bruford) krijgt gestalte door de intense en swingende bijdragen van een min of meer standaardbezetting (gitaar, bas, drums, toetsen en saxofoons). Als extra smaakmaker is daaraan het analoge synthesizerspel van Stormvogel toegevoegd, dat delen van de composities onmiskenbare progressieve rockimpulsen geeft. De meeste stukken klokken tussen de negen en twintig minuten, maar Twan en zijn band weten ook in het kort “Chakra Zulu” te overtuigen.
Website: https://www.twanvangerven.nl/
Door het ontdekken van Taku Yabuki’s CD in de laatste maand van het jaar tuimelde de plaat van de maand november, Days Between Stations, “Giants”, uit mijn top 10. Mijn nummer 1 is evenals vorig jaar in handen van de Japanse band Dezolve. Met “Frontiers” wisten de musici me wederom te overdonderen met hun dynamische mix van complexe jazzrock, catchy fusion en technische progressieve rock, waarbij ze dit keer ook wereldmuziek en melodieuze jazz toevoegden aan hun palet. “Father”, de tweede CD van de uit Rusland afkomstige, maar in Canada gesettelde Anastasia Minster, staat voor mij symbool voor de eerste maanden van de gedwongen isolatie: de wereld leek ineens stil te worden en de lucht blauwer dan ooit. Richard Hallebeek is verder een vertrouwde gast in mijn lijst, terwijl Jakko M. Jacszyk een welkome comeback maakt. Dat laatste geldt ook voor David Sancious die na wat een eeuwigheid leek vorig jaar eindelijk weer eens een gevarieerd progressieve (jazz)rockalbum uitbracht. Moleslope en Zopp vertegenwoordigen de nog altijd levendige Canterbury Scene en het door voormalig Gong en Gongzilla geleidde Soften The Glare en Twan van Gerven hielden de avontuurlijke jazzrock voor mij levendig. Als ik een iets minder op dat laatste genre gerichte lijst had gemaakt, hadden daarop waarschijnlijk nog de volgende albums geprijkt:
Isobar – Isobar
Jaga Jazzist - Pyramid
Hultén, Jonathan - Chants From Another Place
Crane, Louise Patricia – Deep Blue
Lunar Clock - The Scream Of Nature: Music Inspired By The Works Of Edvard Munch
En...vers van de pers: Arcing Wires - Prime
1. Dezolve - Frontiers
2. Minster, Anastasia - Father
3. Bumerang (Lorenzo Feliciati / Richard Hallebeek / Niels Voskuil) - Bumerang
4. Yabuki, Taku - Modern World Symphony No. 3
5. Jakszyk, Jakko M. - Secrets & Lies
6. Sancious, David - Eyes Whide Open
7. Moleslope - Slope
8. Soften The Glare - Glint
9. Zopp - Zopp
10. Gerven, Twan van - How U Gonna Stroke Yer Solo