Het Beste van 2012
Sunday 06 Januari 2013 Show No. 1024
De Xymphonia 2012-eindlijst
Samengesteld uit de persoonlijke lijstjes van de redactieleden
Nr 1
Big Big Train – The First Rebreather
Van “English Electric Part One” (eigen beheer / GEP)
Herman: Big Big Train-voorman Gregory Spawton had met "The
Difference Machine" en "The Underfall Yard" een bijzonder hoog
niveau bereikt in lange enerverende composities. Heel
vernieuwend is het misschien niet, maar elementen uit het gouden
progverleden zijn op een frisse en zeer slimme manier tot iets
nieuws geboetseerd en worden gespeeld door een wisselende club
topmuzikanten. "English Electric Part One" doet nauwelijks voor
z'n voorgangers onder, alleen worden er nu soms wat flauwe
(veelal Britse, maar ook Griekse in "Judas Unrepentant")
volksdansmelodietjes aangewend en daar ben ik nogal allergisch
voor. Een blik op de credits leert dat in die gevallen zanger
David Longdon verantwoordelijk is voor de muziek. In het
verleden is vaak genoeg aangetoond dat teveel banddemocratie
niet werkt. Dus Greg, laat David zich in het vervolg
concentreren op één supercompositie, want hij kán het wel ("A
Boy In Darkness"!). Maar laat ik niet overdrijven, want ook die
nummers bevatten veel fraais (mooie overgangen, interessante
teksten, fraaie soli). Van de muzikale bijdragen moeten vooral
die van XTC-gitarist Dave Gregory (nu in de vaste basis van Big
Big Train) genoemd. Hij zorgt meermalen letterlijk voor
kippenvel (daarbij geholpen door de prachtige compositorische
wendingen die Spawton erbij heeft bedacht. Luister alleen maar
's naar wat er vanaf 5 minuten in het schitterende instrumentale
tussenstuk van "Winchester From St. Giles" gebeurt!.
Chris: Geen enkel album uit 2012 heb ik zo veel gedraaid en
raakt me zo diep als dit eerste deel uit wat een tweeluik zal
worden in 2013. Dit is een muzikale dis die volledig
uitgebalanceerd is en waar van de ingrediënten zijn uitgekozen
om het maximale muzikale effect te sorteren. Seventies-prog met
licht-pastorale en folky trekjes, die hoewel erg vertrouwd
nergens echt belegen klinkt, maar juist uiterst fris over komt.
En daarbij komt nog de schitterende opnamekwaliteit. Het
openingsnummer van het album is symfo in optima forma met een
gastrol voor Tangent-toetsenist Andy Tillison en een
kippenvelgitaarmoment van Dave Gregory.
Website:
http://www.bigbigtrain.com/.
Nr 2
Enid, The – Villain Of Science
Van “Invicta” (Operation Seraphim)
Herman: The Enid deed me vroeger nooit superveel. Blijkbaar was
er een concert voor nodig om dat te veranderen. Ook weer niet zó
gek in mijn geval: er zijn genoeg bands waar ik pas echt goed in
gedoken ben nádat ik ze live had gezien. Bij weinig bands is het
zo lonend om keer op keer op keer te blijven en blijven
luisteren als bij The Enid. Dit komt door de uit klassieke
muziek geleende manier van thematische doorwerking, die op deze
schaal en dit niveau binnen wat we maar popmuziek zullen noemen
ongekend is. Nu ben ik toevallig ook groot liefhebber van
klassieke muziek en die liefde kan ik ook kwijt bij The Enid en
ook weer bij "Invicta". Nog bij vrijwel iedere beluistering
ontdek ik nog weer een verstopt motiefje dat me nog niet eerder
opgevallen was. Maar niet alleen zijn de composities heel
doorwrocht, ook de uitvoering en de productie zijn van hoog
niveau. Ik ben wel nog steeds van mening dat "Execution Mob"
niet goed op het album past (sorry Max...).
Chris: Over dit album is al veel door ons gesproken en dus hou
ik het kort: zo'n eigenzinnig en compromisloos album als
“Invicta” verdient het om in een jaarlijst te staan. De band
lijkt in eerste instantie radicaal te breken met nagenoeg alles
wat The Enid hiervoor gedaan heeft, door de introductie van
zanger Joe Payne. Dat gaat ook deels ten koste van het aandeel
lyrische gitaarpartijen zoals we die zo veel hoorden in het
verleden. Maar met iedere luisterbeurt word wel duidelijker dat
de muziek op een of andere manier toch wel typisch 'The Enid' is
gebleven. Het is anders maar ook nog steeds wel erg lekker en
intrigerend.
Maurice: Een plaat waar we de luisteraar de laatste maanden
behoorlijk mee hebben lastig gevallen is “Invicta” van The Enid.
En terecht want met “Invicta” heeft de band zijn meest complete
album afgeleverd en weet men de hoogtijdagen van de beginjaren
van de band te evenaren. Voor Xymphonia stond het jaar zeker ook
in het teken van The Enid, Natuurlijk speelde de band op ons
1000ste uitzendingsfeestje. Maar ook waren er nog twee albums
die het daglicht zagen: de live-registratie van de show die de
band in Birmingham gaf in 2011 én het derde deel van de “Arise
& Shine”-cyclus. Op dat “Shining” werd Joe Payne
geïntroduceerd als leadzanger. De nieuwe incarnatie van The Enid
is er namelijk een met eindelijk een echte frontman. We mochten
afgelopen jaar al genieten van Joe Payne tijdens de live-shows,
waaronder een fantastisch concert in Hof 88. Met “Invicta” gaat
de band nog een stap verder en verrast zelfs de die hard fan
base. Tevens maakt The Enid de cirkel rond naar de visie die
Robert John Godfrey ooit bij de formatie ervan had. Vanaf de
zeer verrassende opener, het door Joe met falsetstem gezongen
“One & The Many”, is het kippenvel. Zijn zang sluit naadloos
aan bij de orkestrale muziek en draagt de composities. Ook zijn
de gelaagde koorpartijen weer prominent aanwezig, Max Read is
hier een waar meester in. Een aantal van de hoogtepunten: het
instrumentale melancholische “Heaven’s Gate”, met een van de
mooiste gitaarpartijen ooit; Jason Ducker laat de gitaar zingen
als Maria Callas. En “Witch Hunt” waarin het percussieduo Nic
Willes en Dave Storey goed op dreef is. Als onderbreking van de
majestueuze sfeer vinden we “Execution Mob”: een kort vreemd
nummer met wel een zeer lekker basgroove, waar op goed volume je
hele huis van gaat trillen. En niet te vergeten de
onvergetelijke zanglijn in “Villain Of Science”. En er valt nog
veel te ontdekken, zelfs na verschillende luisterbeurten.
Wederom is er een nieuw tijdperk voor The Enid aangebroken! We
luisteren naar “Villain Of Science”.
Website:
http://www.theenid.co.uk/.
Nr 3
Marillion - Power
Afkomstig van "Sounds That Can't Be Made" (Intact, 2012)
Chris: Na het licht teleurstellende voorgaande album hield ik
een afwachtende houding aan met betrekking tot het nieuwe album
van Marillion. Het recente concert in Enschede, ondanks de
stemproblemen van Steve Hogarth, zorgde er echter voor dat
kwartje uiteindelijk viel. En dat kwam dan niet zo zeer door het
zware “Gaza” maar door o.a. de mooie slottrack “The Sky Above
The Rain” en met name ook door het krachtige “Power”. De heren
zijn nog niet vergeten hoe ze goede muzikale ideeën in pakkende
songs moeten gieten - precies datgene dat een beetje miste op de
albums sinds het meesterwerk “Marbles”.
Maurice: “Sounds That Can't Be Made” is een album dat
overduidelijk op de lijn voortgaatt die Marillion in de laatste
jaren heeft ingezet. Maar waar het vorige album “Happiness Is
The Road” (2008) af en toe wat te veel voortkabbelde, weet
“Sounds That Can't Be Made” de draad weer op te pakken die sinds
“Marbles” was blijven liggen. Ook horen we zelfs wat trekjes van
“Brave” (1994) terug. Zelfs na 30 jaar dienst weet de band nog
te vernieuwen en het spannend te maken. Gitarist Steve Rothery
en toetsenist Mark Kelly experimenteren weer lekker met
geluiden. Het nummer dat het meest de discussie opzweept is
“Gaza”: naast de lengte van 17 minuten is het onderwerp - het
leven op de Gazastrook, gezien door de ogen van een Palestijns
meisje - nogal controversieel. Het is misschien niet een van
Marillions beste epics, maar er worden zeker nieuwe dingen
gedaan en de vertellende vorm zorgt ervoor dat je wel direct in
het nummer gezogen wordt. Voor de rest levert
zanger/tekstschrijver Steve Hogarth wat weer de nodige
liefdesliedjes waarvan Invisible Ink een goed voorbeeld kortom
“Sounds That Can't Be Made” is wederom een sterk album geworden.
Website:
http://www.marillion.com
Nr 4
Mystery - Superstar
Van The World Is A Game (Unicorn Records)
Twee jaar na het veelgeroemde "One Among The Living" is de
Canadese groep rond Unicorn-labelbaas Michel St.-Père terug met
zijn zevende album. "The World Is A Game" markeert ook de
nuchtere landing op aarde voor Benoit David, die een aantal
jaren Yes-zanger mocht zijn, maar intussen is heengezonden. Werk
bij Cirque Du Soleil maakte van Canada de nieuwe standplaats van
ex-Spock's Beard-drummer Nick D'Virgilio, die de hele plaat
voldrumt. Opvallend is dat veel songs op "The World Is A Game"
zijn opgebouwd rond een traditionele rock-riff. Die zijn ingebed
in de meteen herkenbare rijke en gelaagde
Mystery-synthesizermist, doch geven D'Virgilio wel de
mogelijkheid om flink uit te pakken in imposante drum fills. In
de 19 minuten lange epic "Another Day" zit bijvoorbeeld een
passage rond een riff die zowel refereert aan Jethro Tulls
"Locomotive Breath" als Black Sabbaths "War Pigs". Meest
overdonderende voorbeeld van met pompeuze synth-kathedralen
omringde rock riffs is te horen in het titelnummer, dat
overigens ook de gouden stembanden van Benoit David laat
schitteren. Hier klinkt hij gewoon als zichzelf en niet
krampachtig als Jon Anderson - en het is goed zo!
Herman: Muzikaal wellicht een stuk simpeler dan de nummers één
en twee, maar Michel St. Père bewijst dat je ook prachtige
symfonische rockkathedralen kunt bouwen als je als
basiscomponent een ouderwetse rockgitaarriff neemt. En net als
bij Big Big Train levert Nick D'Virgilio de knappe ritmische
basis. Al drie albums op rij produceert St. Père, mede dankzij
de bezielde zang van Benoit David, muziek waar aldoor een warme
goed vanaf komt.
Website:
http://www.unicorndigital.com/mystery/news.html.
Nr 5
Anathema – Untouchable Part 1
Van “Weather Systems” (Kscope)
Aldwin: Anathema's “Weather Systems” is de nummer 1 van Aldwin.
Hij vindt de opbouw van de nummers geweldig; het is helemaal
zijn ding. De meeste songs beginnen rustig, meestal subtiel.
Langzaam gaat het tempo omhoog en wordt de sfeer broeieriger.
Ook wordt de muziek harder en werkt naar een climax. Dat is
Anathema ten top. En ook goed te horen in “Untouchable Part 1”.
Maurice: Een band die ik eigenlijk nooit zo kom waarderen is
Anathema, Dit kwam voornamelijk door een oersaai concert dat ik
in het verleden mocht bijwonen. Gelukkig hebben we Xymphonia en
wat ik daar van het laatste album hoorde beviel me wel en
besloot de band live ta gaan zien. En wat een geweldige
transformatie bleek Anathema te hebben ondergaan! Nu stond er
een band die meet veel overtuiging voornamelijk de laatste 2
albums ten gehore bracht. De opvolger van het breed gewaardeerde
"We're Here Because We're Here" (2010) is wederom een album dat
om zowel sfeer als emotie draait. Voor sfeer zorgen de warme
strijkersarrangementen van Dave Stewart (ex-Hatfield & The
North), die ook al betrokken was bij "Falling Deeper", het album
met nieuwe arrangementen van vroege Anathema-nummers dat vorig
jaar verscheen. Daarnaast is er nog meer akoestisch
instrumentarium, zoals prominent in "The Gathering Of Clouds"
een akoestische gitaar en piano. Voor de emotie zorgt de geladen
zang van Vincent Cavanagh, die nu soms bijgestaan wordt door
zangeres Lee Douglas, zoals in het intieme "The Gathering Of
Clouds". Muzikaal brein Daniel Cavanagh (broer van Vincent)
speelt een van zijn mooiste en meest intense gitaarsoli in het
prachtig opgebouwde "The Beginning And The End". Vrolijk is het
allemaal niet: zowel muziek als teksten zijn veelal in
mineurstemming. Maar als dat in zulke schone muziek wordt
gegoten wordt zwelgen bijzonder heerlijk.
Website:
http://www.anathema.ws/.
Nr 6
Former Life - Electric Stillness
Van: “Electric Stillness” (eigen beheer)
Herman: Prachtige, subtiele fusie van Pink Floyd-achtige en
Japan-achtige sferen, fraai gemusiceerd en geproduceerd door
twee nog heel jonge uiterst muzikale Italianen. Overigens
begeleiden zij ook ex-Le Orme-zanger Aldo Tagliapietra, zowel
live als op het onlangs verschenen "Nella Pietra A Nel Vento",
dat ik te laat hoorde om überhaupt in deze lijst meegenomen te
kunnen worden.
René: Former Life is een Italiaanse band, gevormd door
zanger/toetsenman Andrea De Nardi en zanger/gitarist Matteo
Ballarin en sinds kort aangevuld met een drummer en bassist. De
twee twintigers ondernemen samen nog veel meer muzikale
activiteiten, bijvoorbeeld in de Pink Floyd-cover band Pink Size
en als begeleiders van voormalig Le Orme-bassist/zanger Aldo
Tagliapietra. De Nardi en Ballarin hebben een gedegen muzikale
opleiding en dat valt te horen aan "Electric Stillness", want
het is een plaat die aan alle kanten klopt. Intrigerende
composities, schitterend spel en ook nog een fraaie
gedetallieerde productie. Dat album verscheen in eerste beperkte
editie in 2011, maar werd in 2012 écht uitgebracht, met nog een
extra nummer ook: het uiterst filmische "Fragments Of The
Jewel".
Website:
http://www.theformerlife.com/.
Nr 7
Kompendium - Lost Afkomstig
van "Beneath The Waves" (7Stones Records, 2012)
Chris: Rob Reed (Magena & Cyan) kan ambitie niet worden
ontzegd als je roept dat je met het project Kompendium de tijden
van het echte luisteren naar albums weer terug wil brengen. De
ingrediënten daar voor: concept-album, symfonische rock die niet
te complex is maar wel supermelodieus, sublieme opnamekwaliteit,
de nodige gastmuzikanten, mooi artwork en dito verpakking. Met
Kompendium scoort Reed op al deze vlakken wat Chris betreft een
dikke voldoende met muziek die bij vlagen echt kippenvel weet op
te wekken. Steve Balsamo is als zanger in zijn element op dit
album dat het ook niet verkeerd zou doen als rocktheaterstuk
zoals we dat kennen van bijvoorbeeld onze eigen Kayak.
René: Kompendium is een project van Rob Reed, bekend van
progressieve rockbands als Magenta, Cyan en Fyreworks. “Beneath
The Waves” is een prestigieuze symfonische folkrockopera, die
gezien moet worden als Reeds levenswerk. Het hoesontwerp is
geheel in de traditie van de oude dubbel-LP's van conceptplaten,
terwijl het album ook geleverd wordt als DVD-A met een
overdonderende 5.1 surround mix. Onder andere Steve Hackett,
Gavin Harrison, Francis Dunnery, Nick Beggs, Mel Collins, Jakko,
Troy Donockley, Nick Barrett en John Mitchell zijn bij de
productie betrokken. Ook The London Session Orchestra, The
English Chamber Choir en enkele klassieke solozangers zijn te
bewonderen. Het melodramatische verhaal over een zeeman die zijn
overleden vrouw en kind niet kan loslaten wordt vol passie
gebracht, met een overdaad aan fraaie folkloristische thema's en
melodieuze gitaarsolo's.
Website:
http://www.kompendium-web.com/
.
Nr 8
GRICE - Highly Strung
Van: “Propeller” (Hungersleep Records)
Herman: Jaaa, dit glijdt heerlijk naarbinnen! Dat duidt meestal
op 'gemakkelijke' muziek, maar "Propeller" is juist uiterst
gelaagd. Wat gebeurt er constant veel in die arrangementen!
Stilistisch haast niet in een term te vangen, want met trekjes
van jazzpop, progressieve pop en artrock wordt dat lastig. De
door sommigen niet complimenteus als 'leefkuilmuziek' beschreven
minitieus gearrangeerde jaren '80-muziek van Roxy Music/Bryan
Ferry, Japan/David Sylvian, Sade en Black is vast van invloed
geweest. Maar mét emotie, mét genoeg 'bite' (zeker in "Highly
Strung") en minder geschikt voor de achtergrond dan aangehaalde
referenties.
René: "Propeller" is het debuut van Jim Peters jr. alias GRICE
en is tevens het eerste album dat op Hungersleep Records
verscheen. GRICE maakt muziek die tussen het
singer/songwriter-genre en progressieve rock valt en wordt op de
site van het label (http://www.hungersleeprecords.com) als art
rock omschreven. Parallellen met bijvoorbeeld het oude solowerk
van David Sylvian zijn aan te wijzen, al is “Propeller” wat
directer. De multi-instrumentalist heeft een indrukwekkend
aantal musici als zijn begeleiders, waaronder BJ Cole, Luca
Calabrese, Markus Reuter, 05Ric, Raphael Ravenscroft en Steve
Bingham, terwijl producer Lee Fletcher (die afgelopen jaar zelf
fraai debuteerde met "Faith In Worthless Things") ook de nodige
instrumenten bespeelt. Overigens heeft GRICE ook een nieuwe
versie opgenomen van het “Love Theme” van de soundtrack van de
film Blade Runner, met medewerking van de ook op het origineel
van Vangelis te horen saxofonist Ravenscroft.
Website:
http://www.gricemusic.co.uk/.
Nr 9
Choir Of Young Believers: Sedated
Van "Rhine Gold" (Ghostly International, 2012)
René: "Rhine Gold" was vorig jaar de opvolger van "This Is For
The White In Your Eyes", het debuut van het Deense Choir Of
Young Believers uit 2008, dat omschreven werd als een mengeling
van de intieme muziek van The White Birche, de melancholieke pop
van Saybia en de vocale en orkestrale ideeën van Efterklang. Op
"Rhine Gold" is het collectief rondom Jannis Noya Makrigiannis
enorm gegroeid. De nummers variëren van ingetogen symfonische
pracht tot ingenieuze synthipop in de stijl van het oude Tears
For Fears en van psychedelische, Krautrockachtige
geluidsexperimenten à la vroege Pink Floyd en The Beatles tot
introverte folkprog. Daarbij is de productie van om te
watertanden; vooral de bassen en drums zorgen constant voor
verwondering door allerlei effecten.
Websites:
http://ghostly.com/artists/choir-of-young-believers
en
http://www.myspace.com/choirofyoungbelievers.
Nr 10
Di Tollo, Maurizio - La Curva Dei Pitosfori
Van "L'Uomo Trasparente" (AMS/BTF.IT, 2012)
René: “L'Uomo Trasparante”, 'de doorzichtige man', is het
solo-debuut van drummer/toetsenman Maurizio Di Tollo. Di Tollo
speelde bij onder andere Moongarden, Finisterre, La Maschera Di
Cera en Hostsonaten. Het idee was om een vintage progplaat te
maken die toch modern klinkt. En daarin is hij behoorlijk goed
geslaagd. Het toetsenspel wordt gedomineerd door piano en Moog,
aangevuld met heerlijk gitaarspel en lijzige zang. Naast het
ingetogen drumwerk en warme toetsenspel van Di Tollo is vooral
het gitaarspel van gitariste Laura Marsano van het Italiaanse
Quasar een lust voor het oor, terwijl ook La Maschere Di
Cera-collega Andrea Monetti op fluit mooie dingen laat horen.
Het conceptalbum “L'Uomo Trasparente”, waarin thema's en
fragmenten subtiel herhaald worden, is overigens deels gebaseerd
op het gelijknamige gedicht dat in het titelnummer wordt
voorgelezen door de schrijfster ervan: Ksenja Laginja.
Website:
http://mauditollo.com/.
Nr 11
Pineapple Thief , The - Last Man Standing
Van "All The Wars" (Kscope, 2012)
Aldwin: “All The Wars” van The Pineapple Thief staat op nummer 8
in mijn lijstje. Toch is dít het album dat ik waarschijnlijk het
meest gedraaid heb, het afgelopen jaar. Door de loop der jaren
heeft The Pineapple Thief zich ontwikkeld tot een van de
bekendere bands in het zogenaamde 'post prog'-genre. Op
voorganger "Someone Here Is Missing" leek de groep een wat
luchtiger, poppy koers te hebben gekozen. "All The Wars" komt
daarvan terug en bevat een aantal stevige songs die inhaken op
het latere werk van Porcupine Tree. Anderzijds is er ook meer
ruimte voor sfeer en melancholie, meer passend bij labelgenoten
als No-Man.
Website:
http://www.pineapplethief.com/tpt/.
Nr 12 (gedeelde plek voor 4 albums)
Storm Corrosion - Hag
Afkomstig van "Storm Corrosion" (Roadrunner Records, 2012)
Chris: De verrassing van het jaar. Een verschrikkelijk geniepig
album dat helemaal niks met je doet als je het aan zet op de
achtergrond, maar zijn ware aard pas echt laat blijken als je er
voor gaat zitten. Donkere, sfeervolle muziek die schatplichtig
is aan zowel Talk Talk, de donkere acidfolk uit de jaren '70 als
ook aan het Zweedse Landberk. Steven Wilson en Mikael Akerfeldt
hebben een album afgeleverd dat gelukkig niet een mix van
Porcupine Tree + Opeth is, maar 180 graden tegengesteld is.
Maurice: De stukken zijn het best te omschrijven als
sfeerbeelden. Soms horen we licht gitaargetokkel, met daarbij de
breekbare stem van Wilson, dan weer aanzwellende
keyboard-akkoorden. Het maakt dit een melancholieke en zelfs
minimalistische plaat, die uitermate geschikt is voor de late
avond.
Website:
http://stormcorrosion.com/.
Motorpsycho & Ståle Storløkken - Sharks / Mutiny
Van The Death Defying Unicorn (Psychobabble / Stickman)
Herman: De jongens van het Noorse Motorpsycho zijn
bewonderenswaardig onvoorspelbaar in al hun grillen. Dit jaar
maakten ze een verhalende conceptdubbelaar met niet alleen de
toetsenist van Elephant 9, maar ook nog met een klassiek
ensemble en een jazzorkest. En het is wat je noemt een 'blast'.
Bij vlagen enorm krachtig en noisy, dan weer symfonisch, maar
ook met meer psychedelisch werkende raadselachtig ingetogen
passages. De muzikale hoofdthema's worden slim steeds weer
aangewend. Het mooie was: men ging met dit materiaal op tournee!
Zonder alle extra muzikanten, maar wél met Ståle Storløkken, die
schuil ging achter een ouderwetse symfotoetsenopstelling mét
o.a. echte Mellotron en Mini-Moog! Het hele 100 minuten durende
stuk werd met geweldige impact als één geheel zonder pauze
gespeeld voor een verwonderd aan de grond genageld publiek.
Website:
http://motorpsycho.fix.no/.
Affector – New Jerusalem
Van "Harmageddon" (InsideOut, 2012)
Aldwin: Ik hou wel van het wat steviger werk, en dat zijn in
deze tijd vooral Rush, Headspace en natuurlijk Affector.
Affector is alweer een trans-Atlantische progsamenwerking, met
ditmaal een behoorlijke nadruk op progmetal. De grondleggers
zijn de Duitse gitarist Daniel Fries en de Nederlandse drummer
Collin Leijenaar (Dilemma, concertdrummer van Neal Morse).
Beiden delen hun muzikale voorkeuren én hun Christelijke
geloofsovertuiging. Omdat de afgelopen tijd de verhalen over het
naderende armageddon weer niet van de lucht zijn, construeerden
ze een heus conceptalbum rond het in de Bijbel voorspelde einde
der tijden. Teksten schreven ze niet zelf, die werden één op één
uit de Bijbel (natuurlijk de Openbaring van Johannes, maar ook
andere delen) gehaald. Voor de muzikale uitvoering wisten ze
zanger Ted Leonard (Enchant, Spock's Beard, Thought Chamber) en
bassist Mike LePond (Symphony X) tot hun band toe te voegen. Een
toetsenist ontbreekt dus in de line-up, maar er fungeren liefst
vier gasttoetsenisten, waaronder Jordan Rudess en de haast
onvermijdelijke Neal Morse
Website:
http://www.affector.net
.
Änglagård - Sorgmantel
Van: Viljans Öga (eigen beheer)
Herman: Ook in old school prog kun je je nog onderscheiden. Als
je maar goede composities hebt, uitstekende muzikanten en
spannende ideeën op het gebied van arrangeren en
dynamiekgebruik. Het na een flinke pauze met horten en stoten
weer actieve Änglagård bewijst het. Twaalf minuten is lang, maar
"Sorgmantel" is toch heus het kortste nummer van "Viljans Öga"
en hoor eens wat er allemaal gebeurt! Dromerig fluitspel, een
bij vlagen denderende ritmesectie en een Mellotron die beide
uitersten weet te versterken.
Chris: Naast het feit dat toetsenist Thomas Johnson al eerder
zijn stoel beschikbaar had gesteld wegens tijdgebrek is gebleken
dat deze muziek niet zonder de nodige frictie binnen de band tot
stand is gekomen, aangezien drummer Mattias Olsson de band eind
2012 heeft verlaten wegens muzikale meningsverschillen. Die
plekken zijn intussen al weer ingevuld in de vorm van de
toetsenist en drummer van de Zweedse band Brighteye Brison.
Maurice: Tja, de band zou dus eigenlijk spelen op het Summers
End in Lydney, dus opgewonden werden kaarten besteld, reis
geboekt en hotel besproken. En toen... besloot de band niet te
gaan, want er waren weer troubles in de gelederen. Dus Maurice
negeerde deze plaat uit frustratie bijna het gehele jaar. Maar
nu de jaarlijsten moeten worden gemaakt kan hij er niet onderuit
toe te geven dat het toch wel een juweeltje geworden is en dat
hij toch wel in het lijstje van dit jaar hoort, maar dan wel een
punt aftrek;) Dus net geen top 10! Gelukkig zal de band (wel in
een gewijzigde bezetting) weer gaan optreden op o.a. het Prog
Resiste Festival.
Website:
http://www.anglagard.net/.
Nr 16 (gedeelde plek door 2 albums)
McRae, Tom - Nothing On The Dry Land
Afkomstig van "From The Lowlands" (Buzzard Tree Records, 2012)
Chris: Ik denk dat elk album van Tom McRae wel zo'n beetje in
mijn jaarlijst heeft gestaan en ook deze mag niet ontbreken.
McRae bracht eindelijk deel 2 van het tweede deel van “The
Alphabet Of Hurricanes” zelf uit nadat geen enkel label er heil
in zag. Onder de naam “From The Lowlands” is dit McRae's meest
'kale' album tot nu toe. Alles draait om de melodie, de tekst en
zijn stem en de muzikale aankleding is heel klein gehouden
zonder overigens dat het iets van die typische McRae klank en
kracht heeft ingeboet.
Website:
http://www.tommcrae.com/.
Antimatter – Fear Of A Unique Identity
Van het album “Fear Of A Unique Identity” (Prophecy, 2012)
Aldwin: Mijn voorkeur dit jaar en ook vorig jaar is voor
Anathema en aanverwante bands. En daaronder valt ook Antimatter.
“Fear Of A Unique Identity” is het vijfde album van de Engelse
band Antimatter, de band rond zanger/gitarist Mick Moss. Eind
jaren ‘90 stapte bassist Duncan Patterson uit de band Anathema
en richtte samen met zanger en gitarist Mick Moss Antimatter op.
Samen brachten ze drie studioalbums, een live plaat en een
tribute uit. Bij de release van het album “Planetary
Confinement” kondigde Patterson aan dat hij de band ging
verlaten en zo werd Antimatter een eenmansformatie. Vervolgens
werden er nog twee albums uitgebracht waar ook Anathema’s
gitarist en zanger zijn medewerking aan verleende. Veel van de
nummers van het nieuwe album hadden zo op Anathema’s album
kunnen staan: ietwat sombere muziek, aangevuld met de donkere
stem van Moss.
Website:
http://www.antimatteronline.com/.
Nr. 18 (gedeelde plek voor vier albums)
DeWolff – A Mind Slip Part VII: Vicious Times
Van "IV" (REMusic, 2012)
Aldwin: Volgens mij de enige Plaat van Eigen Bodem uit de lijst.
Ik blijft Dewolff een leuke band vinden, die blijft boeien. “IV”
is het derde volwaardige album van nog immer piepjong trio; met
debuut-EP "DeWolff" (2008) meegerekend inderdaad plaat nummer
vier. Ook nu grijpt de groep weer zwaar terug op de
psychedelische rock en 'proto-prog' van rond 1970. De basis van
Hammondorgel/elektrische gitaar/drums krijgt nu wel meer
uitbreiding. Deden op "Orchards/Lupine" de bedwelmende klanken
van de Mellotron al voorzichtig hun intrede, hier is het
instrument regelmatig te horen en wordt het ook effectief
ingezet in een pompeuze climax. de 'epic'! Het tweede deel van
het album wordt in beslag genomen door een zevendelige
compositie van zo'n 20 minuten (een ouderwetse plaatkant dus).
Het is een kaleidoscopisch stuk waarin ingetogen passages worden
afgewisseld met duizelingwekkende geluidstroggen vol Hammond-,
Mellotron- en gitaargeweld.. Wij draaien een deel van dit "A
Mind Slip”: Part VII - Vicious Times”.
Website:
http://www.dewolff.nu/.
Marsh, Rhys and the Autumn Ghost - Further From The Truth
Van “The Blue Hour” (Termo Records)
Herman: Grenzen tussen muzieksoorten vervagen (als die er al
ooit waren) in wat hier samengevoegd is tot een soort
symfonische kamer-singer/songwriterpop. Vooral de veelgebruikte
houtblazers (hobo, klarinet, fagot) zorgen met de melancholieke
vocalen een bijzondere herfstkleur aan de muziek. De muzikanten
zijn o.a. afkomstig uit Jaga Jazzist, White Willow en Wobbler.
Zowel het gedragen klassieke (eerste helft) als springerige
jazzritmiek (tweede helft) komen samen in het gekozen nummer dat
zo de uitersten van groep en album goed laat horen.
Website:
http://rhysmarsh.com/.
Tom Brislin - I Hold A Candle
Van “Hurry Up Smell The Roses” (Eigen Beheer, 2012)
Maurice: Zo stiekem aan het eind van het jaar liet ik deze plaat
regelmatig de revue laten passeren en het venijnige is, dat je
behoorlijk in de muziek word gezogen. Het melancholische geluid
dat toch wel een klein Keane-ticje heeft, maar dan gedragener,
raakt een gevoelige snaar. Maar Tom Brislin is dan ook een door
de wol geverfde artiest die met veel grootheden heeft mogen
optreden.
Website:
http://tombrislin.com/.
Dalis Car - Sound Cloud
Van "InGladAloneness" (51 Records/MK Productions, 2012))
René: In 1984 vormden Peter Murphy (Bauhaus) en Mick Karn
(Japan) Dalis Car, waarmee ze “The Waking Hour” uitbrachten. In
2010, nadat bekend was geworden dat Karn ongeneeslijk ziek was,
kwamen de musici weer bij elkaar om het mini-album
“InGladAloneness” op te nemen. Groot verschil met de eerste
plaat is dat er op deze CD veel meer een band te horen. Zo zijn
Steve Jansen, Theo Travis en Jakko nadrukkelijk aanwezig. Toch
is dit natuurlijk vooral een eerbetoon aan de op 4 januari 2011
overleden Karn. Zijn zeer herkenbare basspel en melancholieke
basklarinet staan centraal in het geluidsbeeld van de vijf
songs. Hiervan zijn twee geheel nieuw, terwijl “Artemis Rise”
een bewerking is van het nummer “Artemis” van het debuut,
“Subhanallah” een traditional is en het toepasselijke “If You Go
Away” inderdaad van Jacques Brel afkomstig is.
Websites:
http://www.mickkarn.net
en
http://www.51records.com.
Nr 22 (gedeelde plek voor drie albums)
Producers - Freeway
Afkomstig van "Made In Basing Street" (The LAST Label, 2012)
Chris: Na bijna 6 jaar kwam dan eindelijk in 2012 het album van
de vriendenclub rondom producer Trevor Horn uit. Samen met Lol
Creme (ex-10CC), Steve Lipson en drummer Ash Soan en geholpen
door zanger/songschrijver Chris Braide maar ook ex Buggles en nu
weer Yes-toetsenist Geoff Downes leverde dat een progressief
popalbum waar in we duidelijk The Buggles maar ook wel 10CC in
terug horen. Sterke songs, mooie arrangementen en vlekkeloos
opgenomen zonder dat het steriel word.
Website:
http://www.producersmusic.co.uk/.
I and Thou – Go Or Go Ahead
Van: “Speak” (eigen beheer, 2012)
Maurice: I and Thou is de nieuwe band van Jason Hart. Voor wie
nog niet weet wie Jason is, we kennen hem als toetsenist van
o.a. Renaissance, Rufus Wainwright en ook van een
verdienstelijke singer/songwriter-plaat die hij onder eigen naam
uitbracht. In 2007 speelde Hart zelfs op het eerste Marillion
Weekend in Port Zélande. In zijn band I And Thou verzamelt Jason
een aantal muzikale vrienden on zich heen, waaronder twee leden
van de band IZZ en Matt Johnson, ook uit de band van Rufus
Wainwright en bovendien ex-begeleider van Jeff Buckley. Steve
Hogarth zingt ook een stukje mee, en nog wel op een song van
Rufus Wainwright! Maar de essentie van de plaat zijn vier
epische, lange stukken die voornamelijk rust uitstralen.
Natuurlijk ligt de voorliefde voor Genesis, Yes en Renaissance
ingebed in de muziek, maar Jason weet heel mooi een
popsensibiliteit in de composities te verweven. Daardoor wordt
voornamelijk ook de pastorale en meer romantische kant van een
band als Genesis benadrukt. Denk hierbij aan bijvoorbeeld het
intro van “Firth Of Fifth”.
Website:
http://i-and-thou.com/.
Argos – Paper Ship Dreams
Van "Cruel Symmetry" (Progressive Promotion Records, 2012)
René: “Cruel Symmetry”, het ruim twintig minuten durende
titelnummer van het derde album van Argos, bevat volgens ons
precies de juiste ingrediënten om de volle lengte te boeien,
ingrediënten die ook in de kortere songs terugkomen. De Duitse
formatie rond Thomas Klarmann en Robert Gozon liet op het
titelloze debuut uit 2009 en “Circles” uit 2010 op eigentijdse
wijze zijn liefde voor de Canterbury Scene, Gentle Giant en Van
Der Graaf Generator horen. Deze voorliefde wordt ondersteund
door het feit dat hun stemmen beurtelings op Richard Sinclair,
Peter Hammill en Pye Hastings lijken. Toch doen de heren dit op
een steeds subtielere manier, waarbij ze geholpen worden door
het vernieuwende gitaarspel van Enrico Florczak, die met een
aparte aanslag en een veelzijdig pallet regelmatig de show
steelt. Instrumentaal zit het sowieso wel snor met onder andere
fraaie Galleon-achtige Moog-solo's, gedragen
Mellotron-akkoorden, funky elektrische piano's en heerlijk
glijdend baswerk in de stijl van John Giblin.
Website:
https://www.facebook.com/pages/ARGOS/7061742082.