• Het Beste van 2013

    Sunday 05 Januari 2014 Show No. 1075


    De Xymphonia 2013-eindlijst
    Samengesteld uit de persoonlijke lijstjes van de redactieleden


    Nummer 1

    Steven Wilson – The Raven That Refused To Sing
    Van “The Raven That Refused To Sing And Other Stories” (K-Scope)

    In lijstjes van: Maurice (nummer 1), Herman (nummer 1), Aldwin (nummer 2), Chris (nummer 2) en René (nummer 5)
    HERMAN: Voor mij het album dat met kop en schouders boven de rest uitsteekt dit jaar. Wat is dit magnifiek! Het gaat natuurlijk uiteindelijk om het gevoel dat de muziek teweegbrengt, maar hier valt ook nog eens te beredeneren dat gewoon álles klopt aan dit album: sterke composities met beeldende teksten, er wordt werkelijk fantastisch gemusiceerd door een droomcast aan muzikanten, Wilson zingt beter en gevoelvoller dan ooit en Alan Parsons draagt eraan bij dat het resultaat klinkt als om door een ringetje te halen. Enige minpuntje dat ik kan bedenken is het bij vlagen wanstaltige artwork van het in aanleg zo netjes verzorgde digibook.
    MAURICE: Begin van het jaar kwam het derde soloalbum van Steven Wilson uit. De voorganger "Grace for Drowning" was een opmaak naar wat komen zou, en met “The Raven…” heeft Wilson DE plaat gemaakt die zal worden opgenomen in de lijst essentiële prog-albums! Doorslaggevend om deze plaat HET album van 2013 te maken is toch wel het titel nummer. Hier overtreft Wilson zich en weet de luisteraar geëmotioneerd achter te laten. Vooral de show die de band op het Loreley Festival gaf liet een diepe indruk achter. Met recht was het 'Album van de Maand Maart'. Dit is wat we schreven: Vergeet alle platen die Wilson met Porcupine Tree heeft gemaakt na “Lightbulb Sun”, begin weer bij “Grace For Drowning” en je zal merken dat het verloop veel logischer klinkt! Het werk dat Wilson voor bands als King Crimson, Jethro Tull en Caravan heeft gedaan, heeft zeker zijn sporen nagelaten, maar “The Raven That Refused To Sing” is toch in de eerste plaats Steven Wilson en bevat zes tracks, die alle zes over bovennatuurlijke verschijnselen handelen. Wilson heeft als engineer Alan Parsons in de hand genomen, en een band om zich heen verzameld om van te smullen. Drummer Marco Minneman, gitarist Guthrie Govan, bassist Nick Beggs, op toetsen Adam Holzman en natuurlijk Theo Travis op verschillende blaasinstrumenten. We worden dan ook getrakteerd op staaltjes hoogstaand musiceren, maar ondanks de moeilijkheidsgraad klinkt de muziek ongedwongen en ligt aldoor goed in het gehoor. Het album opent met de zware prog van “Luminol” (ook al in live-uitvoering te vinden op de DVD en Blu-Ray “Get All You Deserve”) dat lijkt te beginnen waar Yes' “Relayer” ophoudt! Het magistraal epische titelnummer sluit het album af. Voor de Hifi-freaks onder ons zijn er high-bitrate-versies in zowel stereo- als 5.1-surroundformaat verkrijgbaar op Blu-Ray of DVD. Nog twee leuke weetjes: Alan Parsons is niet alleen aangetrokken als associate producer en opnametechnicus, hij speelt ook nog een stukje "haw-haw"-gitaar op “The Holy Drinker”. Verder is de veelvuldig te horen Mellotron de originele King Crimson MKII Mellotron, opgenomen bij DGM. Voorzichtig willen we de conclusie wel trekken dat dit het beste is wat Wilson heeft uitgebracht... tot nu toe dan.
    ALDWIN: Niet alleen mijn nummer twee, waarbij ik weinig heb toe te voegen aan wat mij collega's al aangeven, Steven Wilson leverde ook het mooiste optreden van 2013, op het Night of the Prog Festival in juli.
    CHRIS: Hier hoeven niet veel woorden aan worden vuil gemaakt. Dit album zal overal opduiken in jaarlijsten en dat is ook wel terecht. Een schitterende collectie spookverhalen op muziek gezet door Steven Wilson, ondersteund door topmuzikanten !!
    Website: http://www.stevenwilson.com/.

    Nummer 2

    Big Big Train – Keeper Of Abbeys
    Van “English Electric: Full Power" (eigen beheer)

    In lijstjes van: Chris (nummer 1), Maurice (nummer 2) en Herman (nummer 4)
    MAURICE: Het is eigenlijk geschiedvervalsing, aangezien een deel van deze plaat al in 2012 ook al op 1 stond. Dus zouden we eigenlijk “English Electric Part 2” moeten nomineren in de lijst. De vier extra tracks die echter naast het in 2013 verschenen Part 2 op de Full Power-editie staan zorgen er voor dat we deze uiteindelijke versie kiezen. Ook zorgt de aangepaste nummervolgorde ervoor dat het één geheel is geworden. Hoogtepunt van de plaat is zeker het epische “East Coast Racer”. Het nummer vertelt het verhaal van de Mallard: een stoomlocomotief die in 1939 het snelheidsrecord neerzette van 128 mph (206 km/u). Het verhaal richt zich voornamelijk op de personen achter dit record. Luister vooral naar de passage die vlak voor de 11de minuut van dit meer dan een kwartier lange stuk begint. Kippenvel is gegarandeerd!
    CHRIS: Geschiedvervalsing? Hoe kom je er bij? Vorig jaar was “English Electric Part One” mijn overduidelijke nr. 1 en het zag er naar uit dat Part Two dat ook zou worden. Maar, toen uiteindelijk het totaalpakket Full Power verscheen, waarop de tracks in een andere en betere volgorde staan n er bovendien nog wat extra songs zijn toegevoegd, was het voor mij duidelijk. Dit 'Gesammtkunstwerk' van muziek, teksten en artwork moet boven aan de lijst staan. Briljant.
    HERMAN: De mannen rond Gregory Spawton hebben in een jaar tijd een bijzonder boeiend werkstuk afgeleverd dat je op meerdere vlakken wel even bezighoudt. De teksten laten zich namelijk vaak lezen als lesjes Engelse geschiedenis. Het is dan ook een goede zet geweest om de eerst als blogs gepubliceerde achtergronden bij de teksten te bewerken tot een fraai boekwerk en daar ook nog eens extra muziek bij te leveren. Maar het gaat in de eerste plaats om de muziek en al liggen de Genesis-invloeden er vaak wel heel dik bovenop en had de band op enkele eerder albums een 'eigener' geluid – die is zeer meeslepend. Bovendien waren de songs die we er dit jaar op Part II bijkregen van een mooi constant niveau. De folky inzakkertjes van Part I ontbraken nu, al kregen we er op de Full Power-editie wel een wat flauwe popsong bij (“Make Some Noise”). Het fantasierijke spel van met name drummer Nick D'Virgilio en gitarist Dave Gregory doet je dat vergeten. Daarnaast creëert de wisselwerking tussen tekst en muziek regelmatig effecten die je naar adem doen snakken.
    Website: http://www.bigbigtrain.com/.

    Nummer 3

    Lucy Ward - Icarus
    Afkomstig van "Single Flame" (Navigator Records)

    In lijstjes van: Chris (nummer 5) en Maurice (nummer 4)
    CHRIS: Met “Single Flame” neemt de Britse zangeres met verve afstand van de traditionele Britse folkscene en levert een eigenzinnig album af dat de traditie gebruikt als springplank om er vervolgens haar eigen draai aan te geven. Wat mij betreft is dit samen met Roy Harpers album het hoogtepunt op singer-songwritergebied dit jaar. Ook, hier was het een kwestie van keuzes maken, waarbij de albums “Shameless Winter” van Daisy Chapman of “Metanoia” van Daniel Versteegh met gemak ook op deze plek hadden kunnen staan.
    MAURICE: Nog een singer-songwriter! Nu een Britse. Lucy Ward is al een tijd bezig, en haar eerste album kwam uit toen ze 19 was, maar met haar tweede album maakt ze de stap naar het serieuze werk. Spitsvondige teksten en mooie arrangementen zorgen voor een indrukwekkend album. Luister maar eens naar de diepgang van “Rites Of Man” of “Single Flame”. Het solo-concert van haar in Oentskjerk was zeker een van de live-hoogtepunten van 2013. Ondanks haar jonge leeftijd had ze het publiek met haar geanimeerde verhalen aan haar lippen. “Single Flame” is het tweede album van de Britse jongedame Lucy Ward. Al op 19-jarige leeftijd kwam ze met haar eerste album "Adelphi Has To Fly". Nu, 3 jaar, later is de indrukwekkende opvolger “Single Flame” verschenen. Als je op zo’n jonge leeftijd al zo’n album kan maken met zo’n volwassen geluid verdien je het om aan een breder publiek gepresenteerd te worden. De kraakheldere productie draagt de prachtige engelachtige stem van Lucy en dit komt het beste tot zijn recht in de dromerig nummers, zoals “Honey Of Icarus” waar haar stem zweeft boven de smaakvolle orkestratie. Maar ook de a capella-stukken veroorzaken kippenvel. Hoewel de basis nog steeds diep geworteld is in de Engelse folk zal “Single Flame” ook zeker een breder publiek aanspreken, mede door nummers als “Velvet Sky” of “The Last Pirouette” (naar een gedicht van Lucy's vader) waarin we toch zeker verwantschap horen met het werk van Tom McRae. En ook “Ink”, met heerlijk Fender Rhodes-spel, zal het goed doen. Hoogtepunt is wel het donkere, percussieve “Rights of Man”, dat haast psychedelisch is door een spookachtig orgeltje wat bijna het oude Pink Floyd weer tot leven roept! Naast wat eigen nummers zij er ook wederom enkele traditionals bewerkt, zoals bijvoorbeeld “Lord I Don’t Want To Die In The Storm”.
    Website: http://www.lucywardsings.com/

    Nummer 4

    Amplifier - Mary Rose
    Van "Echo Street" (Kscope)

    In lijstjes van: Aldwin (nummer 1) en Herman (nummer 10)
    ALDWIN: Mijn mooiste muzikale ontdekking van 2013. “Echo Street” is een afwisselend album vol sfeervolle composities en filosofische teksten die voornamelijk te maken hebben met astronomie, kosmos en de menselijke natuur. kortom een mooi compleet album. Of je nu Amplifier wel of niet leuk vindt, feit is dat de band momenteel één van de meest creatieve bands is. Dat blijkt niet alleen uit de muziek, maar ook uit de podiumpresentatie (inclusief uniforme kledij) en het gratis aanbieden van downloads. Ook slim is het feit dat Amplifier bij optredens zijn CD's en EP's voor schappelijke prijzen verkoopt. Resultaat is aldus een hoge verkoop en dus meteen prima promotie.
    HERMAN: Een aantal prog-gerelateerde bands wist in 2013 uitstekend te bedwelmen met hypnotiserende muziek. En iets dat bedwelmt, zo leert de medische wetenschap, dat werkt verslavend. Sand komt op de valreep van de jaarwisseling met een gelijknamig album dat meteen zo werkt, het album “Echo Street” van Amplifier had een wat langere incubatietijd nodig. Het optreden tijdens The Night Of The Progs overtuigde lang niet altijd, maar het album werd voor een dumpprijs in de eigen stand verkocht. We konden ons toch niet bedwingen. En verdomd: thuis viel het kwartje vrijwel onmiddelijk. Vroege Porcupine Tree springt in gedachten, maar Amplifier heeft eigenheid genoeg. De repeterende patronen in de nummers, de overweldigende productie die ervoor zorgt dat de muziek als een warme golf in de branding over je heen slaat en als rots in die branding de rustgevende zangstem van bandleider Sel Balamir. Dat die productie bij dit soort muziek extra belangrijk is, merk je aan de bonus-EP bij de 'special edition': die is meer elementair opgenomen en grijpt meteen minder aan. Maar altijd nog meer dan het van buiten fraai ogende, maar nogal nietszeggende boekwerk met (naar mijn smaak) spuuglelijk artwork.
    Website: http://www.amplifierband.com/.

    Nummer 5

    Days Between Stations – Visionary
    Van “In Extremis” (Eigen Beheer)

    In lijstje van: René (nummer 1)
    RENÉ: Bijna het 'Album van de Maand Juni'. In 2008 stond het debuut van Days Between Stations bovenaan in mijn jaarlijstje. Met "In Extremis" doet de rond het duo Oscar Fuentes Bills en Sepand Samzadeh gevormde formatie wederom een geslaagde gooi naar een topnotering. Dit keer werd de hulp ingeroepen van producer/drummer/zanger Billy Sherwood, bassist Tony Levin, toetsenist Rick Wakeman en gitarist Peter Banks, terwijl XTC-zanger Colin Moulding op één track te gast is. Toch hebben deze grote namen geen inbreuk gedaan op de eigen sound van de band. De eerste CD werd omschreven als 'Porcupine Tree in een Floyd-mood tijdens een postrockperiode inclusief ambient-getinte fratsen'. De nieuwe plaat is beduidend symfonischer en ondanks dat de vocalen nu een belangrijke rol vervullen, blijft de instrumentatie voorop staan. Mooi uitgesponnen gitaarsolo's (niet zelden met flink wat slide-spel), Mellotronbijdragen, MiniMoog-escapades, orkestrale partijen en ingetogen pianostukken vormen de bouwstenen voor een indrukwekkende plaat, die gestoken is in een Paul Whitehead-hoes en die deels opgedragen is aan de vlak na de opnames overleden Peter Banks.
    Website: http://daysbetweenstations.com/.

    Nummer 6 (Gedeelde plek voor 2 albums)

    Sanguine Hum - Day Of Release
    Van: “The Weigh Of The World” (Esoteric Antenna)

    In lijstje van: Herman (nummer 2)
    HERMAN: Het knappe is dat Sanguine Hum elementen uit progressieve rock, progressieve pop en jazzrock giet in een songmatig geheel dat vrij tijdloos is en nergens écht goed mee te vergelijken is. Deze opvolger van het debuut "Diving Bell" klinkt meteen herkenbaar Sanguine Hum, al lijkt de jazzrock-flair nóg meer benadrukt te worden. Er wordt veel gestoeid met repeterende motiefjes in oneven maatsoorten, waardoor van die typische Happy The Man-achtige carrousel-effecten teweeg worden gebracht. En dit keer blijft het niet aldoor compact, want men besluit met een spannend kwartierdurend driedelig 'epic': het titelstuk.
    Website: http://troopersforsound.com/artists/.

    Francis Dunnery - Ho Ho Your Sandwiches
    van "Frankenstein Monster -Stitched Back Together" (eigen beheer /Aquarian Nation)

    In lijstje van: René (nummer 2)
    RENÉ: Begin dit jaar kondigde Francis Dunnery zijn terugkeer naar de elektrische gitaar aan. Velen dachten wellicht dat hij met een progressief rockalbum zou komen aanzetten, maar het onlangs uitgebrachte "Frankenstein Monster - Stiched Back Together" is veel meer een eerbetoon aan zijn in 2008 overleden broer Barry ("Baz"). Laatstgenoemde speelde in de vroege jaren zeventig in Necromandus, dat in 1973 het door Tony Iommi geproduceerde album “Orexis Of Death” opnam, dat pas in 1999 postuum werd uitgebracht. Necromandus maakte muziek die de geest van Black Sabbath vermengde met de intelligentie van Yes. Dunnery heeft voor zijn nieuwe album vooral materiaal van zijn broer gebruik, aangevuld met een cover van "Blood Of My Fathers" van de band Warm Dust en eigen werk. Dit heeft een echte gitaarplaat opgeleverd, waarin toetsen een zeer bescheiden rol spelen. Geen terugkeer naar de oude sound van It Bites derhalve. Lekkere riffs worden afgewisseld door splijtende solo's, terwijl Dunnery's zang doorleefd klinkt. De titels van de songs zijn de oorspronkelijke titels zoals in bedoeld waren voor Orexis Of Death. Het gekozen stuk bijvoorbeeld heet op die plaat Gypsy Dancer. Opname-engineer was trouwens Brett Kull van Echolyn, die ook de CD-mastering deed.
    Website: http://www.francisdunnery.com/ .

    Nummer 8 (Gedeelde plek voor 6 albums)

    Silje Leirvik - And Then Love Came
    Van: “Endless Serenade” (Autumnsongs / Burning Shed)

    In lijstjes van: Maurice (nummer 5) en Chris (nummer 9)
    MAURICE: Poeh, komt er eind december een plaat in je brievenbus die je toch behoorlijk weet te raken. En nóg een singer-songwriter, maar dan wel een waar de prog vanaf druipt. “Endless Serenade” is het tweede album van de Noorse folkzangeres Silje Leirvik. De plaat is echter doordrenkt met klassieke toetsen, met een prominente rol voor de Mellotron. Dit is voornamelijk te danken aan medemuzikant Rhys Marsh, die zo goed als alle instrumenten bespeelt op het album. Het is echter de stem van Silje die je doet betoveren. “Endless Serenade” is een klassiek voorbeeld van 'less is more'. Soms is een stilte veelzeggender. Goed voorbeeld is het einde van “And Then Love Came”.
    CHRIS: Sommige stemmen weten je gewoon met hun eerste toon al te raken. De Noorse zangeres Silje Leirvik heeft die kwaliteit. Daar waar ze op haar eerste album nog grotendeels binnen de lijntjes bleef om zich als het ware op de kaart zetten, is het muzikale klankenpalet op opvolger “Endless Serenade” beduidend anders. Onder invloed van neem ik aan producer Rhys Marsh is het album doordrenkt van de 'vintage' klanken: van orgels naar Mellotrons, van pedal steelgitaar naar diepe synthesizer baslijnen. Bijzonder album!! Producer Rhys Marsh had overigens ook zelf haast wel in de lijst kunnen staan met zijn eigen cover EP of de live-CD met zijn eigen Autumn Ghost Trio. Leirviks plek in mijn lijst is dan ook net zo goed een eerbetoon aan de man die, door zijn eigen albums en zijn bijdragen aan het album van The Opium Cartel, een constante waarde was dit jaar.
    Website: http://siljeleirvik.com/.

    The Opium Cartel - Kissing Moon
    Van "Ardor" (Termo Records)

    In lijstjes van: Maurice (nummer 6) en Chris (nummer 8)
    MAURICE: Een aantal van de meest aansprekende albums verschenen aan het eind van het jaar. Zo ook deze plaat. Met recht werd “Ardor” verkozen tot 'Album van de Maand December'. De band rond Jacob-Holm Lupo, die we ook kennen van White Willow, is met “Ardor” klaar voor het grote werk. Want naast dat de muziek nog eens ongelofelijk goed in het gehoor ligt, zou het zomaar eens door een breder publiek kunnen worden opgepakt. In het thuis land is dit langzaam aan het gebeuren.
    CHRIS: Het niveau van de muziek op proggebied uit Scandinavië komt is al jaren van een bijna opzienbarend niveau en een jaaroverzicht zonder een act uit die regio is niet compleet te noemen. Jacob Holm-Lupo's deels op jarentachtigmuziek geïnspireerde project The Opium Cartel verdient die eer zeker. Artrock meets syntpop meets progrock met een productie die om door een ringetje is te halen. Belangrijke factor op dit album is drummer/klankbeeldhouwer Mattias Olsson, wiens eigen album Necroplex, als de helft van het duo Necromonkey, overigens ook met gemak als alternatief voor deze plek op mijn lijst had kunnen dienen.
    Websites: http://www.theopiumcartel.com/.

    Airbag - Silence grows
    Van "The Greatest Show On Earth" (Karisma Records)

    In lijstje van: Aldwin (nummer 3)
    ALDWIN: Het Noorse Airbag brengt met een keurige tussenperiode van twee jaar z'n platen uit. Na "Identity" (2009) en "All Rights Removed" (2011) is er nu "The Greatest Show On Earth". Door het karakter van Airbags muziek krijgt de band zowel lof als kritiek: je kunt namelijk niet om de sterke Pink Floyd-invloed heen, dat zelfs uit het hoesontwerp spreekt. "The Greatest Show On Earth" bevat gewoon weldadige spacy symfo vol sfeertjes waarop het heerlijk wegzweven is, met - last but certainly not least - fantastisch gitaarwerk. En….de grote kanshebber voor 'Album van de Maand Februari'!
    Website: http://www.airbagsound.com/.

    Lifesigns - At The End Of The World
    Van "Lifesigns" (Esoteric Antenna)

    In lijstje van: Chris (nummer 3)
    CHRIS: Voor zover ik kan nagaan is dit mijn meest gedraaide album van het afgelopen jaar. Sterke melodieuze symfo die gedragen word door breed toetsentapijt, sterke vocalen en uitmuntend baswerk van de hand van Nick Beggs, die ook bij Steven Wilson te horen valt. Hij draagt hier overigens ook bij aan de vocale harmonieëen waardoor Lifesigns een heerlijke Yes-achtige vibe heeft. Muziek om bij in hogere sferen te raken!! Op deze plek had overigens ook, zeker door een zekere gelijke spirituele Yes achtige sfeer, het album “Prophecy” van Solstice kunnen Staan.
    Website: http://www.lifesigns.me/.

    Lo-Fi Resistance - The Silent War
    Afkomstig van "Chalk Lines" (Burning Shed)

    In lijstje van: Herman (nummer 3)
    HERMAN: Deze CD verscheen in de tweede helft van december 2012 en duikt nauwelijks op in lijstjes over 2013. In 2012 was er nog wel iemand die 'm al meenam, maar die was er dan ook errug vroeg bij. Het album is voor mij een blijvertje gebleven. De intrigerende composities, de meeslepende, gevoelvolle vocalen van leider Randy McStine. Diens fascinerende gitaarspel en het al even sterke spel van vrienden als David Kerzner en Gavin Harrison zorgden daar wel voor.
    Website: http://lofiresistance.com/lfr/.

    Daniel Versteegh - Longest Winter
    Van "Metanoia" (Shepherd Song)

    In lijstje van: Maurice (nummer 3)
    MAURICE: Jawel een singer-songwriter op nummer 3 in mijn lijst en ook nog een Nederlands product. Hoewel de plaat al in maart verscheen ontdekte ik hem pas rond de zomer – en het wat een perfecte soundtrack voor die zonovergoten tijd. “Metanoia” is gevuld met melancholische liefdesliedjes die zonder zoet te worden je toch een warm gevoel geven. Enkelen zullen Daniel kennen van het TV-programma 'De Beste Singer-Songwriter Van Nederland' seizoen 2012, dat hij onsinziens eigenlijk verdiende te winnen. Zijn revanche is dit album! “Metanoia” staat voor wedergeboorte en dat is wat de plaat voor Daniel is. Versteegh timmert overigens al langere tijd aan de weg. Zo won hij de Grote Prijs van Nederland in de categorie singer-songwriter, werd hij uitgeroepen tot 3FM Serious Talent en werkte hij mee aan het album van Lorrainville. Producer Wouter Budé zorgt voor een dergelijke kleurrijke - soms elektronisch, soms akoestisch - maar altijd smaakvolle aankleding dat we met recht van progressieve singer/songwriter-pop kunnen spreken. Daarbij doet zijn prachtige stem ons denken aan Jim Moray.
    Website: http://www.danielversteegh.nl/.

    Nummer 14 (Gedeelde Plek voor 4 albums)
    Toshimi Project – Afterglow
    Van "SO" (ZiZO/Shiosai)

    In lijstje van: René (nummer 3)
    RENÉ: In 2011 verraste het jazzrocktrio Toshimi Project ons aangenaam met het debuutalbum "1st Gear". Op dat moment een ideale zoethouder voor diegenen die op het nieuwe album Tribal Tech aan het wachten waren. Eind vorig jaar produceerden de drie Japanners de opvolger "SO". De lange tracks van het debuut zijn daarop ingeruild voor meer compacte composities. Maar de spelvreugde, de virtuositeit én de melodieuze inslag zijn gebleven. Dit is hoogwaardige rockende jazzrock, die toch behoorlijk toegankelijk is. Uiteraard is de fretloze bas van de naamgever Toshimi Nagai het jubelende middelpunt, maar drummer Kozy Hasegawa en gitarist Shibasaki Hiroshi doen hier niet voor onder.
    Website: https://www.facebook.com/events/130434207154297/ .

    Roy Harper - Cloud Cuckooland
    Van "Man & Myth" (Bella Union)

    In lijstje van: Chris (nummer 4)
    CHRIS: Het is een beetje raar om te spreken van een 'nieuwe ontdekking' als het gaat om een man die al 71 jaar is en al sinds de jaren 60 af en aan actief. Hij was iemand waarvan ik had gehoord maar echt veel muziek had ik nog niet van hem gehoord. Maar het bericht dat er dit jaar een nieuw album zou verschijnen en dat hij daar op o.a. Samenwerkte met Jonathan Wilson maakte dat ik me in zijn werk ging verdiepen. Het concert op 27 oktober jl. in Bristol (UK) kon ik niet anders dan een revelatie noemen. Wat een stem, wat een presence heeft deze man. En dan dus dit album. Harper fileert ons en zichzelf zoals alleen hij dat kan. Muzikaal krijgen we een vijftal kortere songs voorgeschoteld waarvan er drie een akoestische bedding hebben en twee behoorlijk rocken voor Harpers doen. En dan is er nog het afsluitende 22 minuten durende epos “Heaven Is Here/The Exile”: muzikaal een mengeling van alles wat we tot dan toe op dit album hebben gehoord, gevat in een complexe, klassieke muziekstructuur waarbij de strijkers een belangrijke rol spelen. Tekstueel is Harper hier op zijn best, bijna van literair niveau wat mij betreft. En muzikaal krijgt het hele album uiteindelijk aan het slot zijn ontlading. Een heel bijzondere muzikale trip. We kiezen voor het meest rockende stuk van het album met een opvallende glansrol op gitaar van niemand minder dan Pete Townshend. Overigens, in plaats van dit album had ik ook met gemak Jonathan Wilsons “Fanfare” kunnen plaatsen maar het is uiteindelijk dit album dat het net ietsje beter bij mij doet.
    Website: http://www.royharper.co.uk/.

    Riverside - Feel Like Falling
    Afkomstig van "Shrine Of New Generation Slaves" (InsideOut)

    In lijstje van: Aldwin (nummer 4)
    ALDWIN: “Shrine Of new Generation Slaves” was Album van de Maand Februari en tsja ik ben Riverside-fan... De titel van dit vijfde volledige studio-album van de Poolse band kun je afkorten tot “SONGS”. Riverside heeft ook nu weer een mooi album afgeleverd, met pakkende melodieën, heldere productie, doordachte arrangementen, indrukwekkend instrumentaal machtsvertoon en intelligente teksten. Toch is de band, om origineel blijven klinken, afgeweken van de sound van eerder plaatwerk.
    Website: http://riversideband.pl/.

    Haken – Atlas Stone
    Van het album “The Mountain” (InsideOut)

    In lijstjes van: Herman (nummer 6) en Aldwin (nummer 9)
    HERMAN: Op basis van de eerste twee albums "Aquarius" en "Visions" werd het Londense Haken nog wel eens weggezet als Dream Theater-kloon. Zeker, vele passages leken wel erg geënt op het grote Amerikaanse voorbeeld, maar zeker op het debuut werd er breder rondgekeken in de symfonische en progressieve rockkeuken. Album nummer drie "The Mountain" is absoluut het meest eclectische Haken-werkstuk. Er zijn Moon Safari-achtige zoete koortjes te horen, maar ook een op Gentle Giant geënte vocale fuga, in één moeite door gevolgd door een swingende jazzy passage. Het Zweedse Pain Of Salvation komt qua stilistische mix in combinatie met doorvoelde voordracht in de buurt. Maar waar Pain Of Salvation vaak deprimerend klinkt, werkt Haken eerder verkwikkend. Verstilling en overdondering liggen op "The Mountain" vaak dicht bij elkaar. Bindend element is vooral de loepzuivere en gevoelvolle stem van zanger Ross Jennings. “The Mountain” werkt ook vooral als álbum (maar dan wel mét de bonus tracks van de digipack-editie) heel goed. Knap is hoe motieven en thema's meerdere keren opduiken in een compositorisch sluitend verhaal.
    Website: http://www.hakenmusic.com/.

    Nummer 18 (Gedeelde plek voor 3 albums)
    Beady Belle – Faith
    Van "Cricklewood Broadway" (Jazzland Recordings)

    In lijstje van: René (nummer 4)
    RENÉ: Het zesde album van Beady Belle is wederom een fraai staaltje van nujazz-soul-triphop geworden. Gebaseerd op de roman "White Teeth" van Zadie Smith verzorgt zangeres Beate S. Lech prachtige melodielijnen, waardoorheen het subtiele toetsenwerk van David Wallumrød doorheen geweven is. Vooral uit de Prophet 5, Minimoog en Juno 2 weet hij intrigerende geluiden te creëren. Liefhebbers van Beate S. Lech moeten trouwens ook op zoek naar haar soloplaat "Min Song Og Hjarteskatt", waarop ze Noorse folksongs vertolkt.
    Website: http://www.beadybelle.com/.

    Deep Purple - All the time in the world
    Van “Now What?!” (EAR Music / Edel)

    In lijstje van: Aldwin (nummer 5)
    ALDWIN: Deep Purple. Ouwemannengroep toch? Hoewel: op tournee zijn de heren nog immer vrijwel non-stop. Nieuwe platen verschenen echter mondjesmaat. Die waren nooit slecht: ambachtelijk, maar niet wereldschokkend. En dat vonden de heren zelf ook. Daarom werd producer Bob Ezrin ingeschakeld. Die heeft bewezen vaak bands (o.a. Pink Floyd, Alice Cooper, Kiss) tot topprestaties aan te zetten. En wat ons betreft is het plan vrij goed geslaagd! Zó goed, dat we "Now What?!" tot Album Van De Maand Mei hebben verkozen. Het aloude hardrock-element heeft vaker dan ooit plaatsgemaakt voor een veel symfonischer geluid. En daarom mocht “Now What?!” absoluut niet in mijn lijstje ontbreken.
    Website: http://www.deeppurple.com/

    Not A Good Sign - Coming Back Home
    Van “Not A Good Sign” (Fading, AltrOck)

    In lijstje van: Herman (nummer 5)
    HERMAN: In het scenetje rond de zusterlabels Fading en AltrOck wordt vaak complexe, freaky muziek gemaakt. Met Not A Good Sign hebben muzikanten uit verschillende bands van die labels een toegankelijker platform gecreëerd. Het gelijknamige album vertoont sporen van de lekker dwarse en eigenwijze inborst van deze heren, op een manier die vooral doet denken aan King Crimson. Maar er is vooral ook veel ruimte voor melodie en welluidendheid. En dat gegoten in afwisselende composities en gebracht in een kraakheldere productie waarin al het fraaie aangewende vintage prog-instrumentarium schitterend tot klinken komt.
    Website: http://www.notagoodsign.org/.

    Nummer 21 (Gedeelde plek voor 3 albums)
    Ampledeed - From Within A Tetrapathic Quasar
    Van "A Is For Ampledeed" (eigen beheer)

    In lijstje van: René (nummer 6)
    RENÉ: Ampledeed is een nieuwe Amerikaanse band, gevormd rondom gitarist Luis Flores, zanger/bassist/toetsenman Max Taylor en zanger/toetsenman Aaron Goldich, aangevuld met enkele gastmusici. In tegenstelling tot de Yes-geïnspireerde formatie The Source, waarmee Goldich al twee albums heeft gemaakt, staat op "A Is For Ampledeed" muziek die zowel het onbevangene van het debuut van Spock's Beard en het vroege Echolyn bevat als die Steely Dan-achtige progjazzy 'coolness' van (You Were) Spiraling in zich heeft. Dus wel muziek boordevol ideeën met veel ruimte voor instrumentale expressie, maar nergens echt complex.
    Websites: http://www.ampledeed.com/.

    Cosmograf - The Good Earth Behind Me
    Afkomstig van "The Man Left In Space" (eigen beheer)

    In lijstje van: Chris (nummer 6)
    CHRIS: Het beste conceptalbum van het jaar wat mij betreft. Robin Armstrong, de man die schuil gaat achter de naam Cosmograf, vraagt zich op dit album af wat de ongebreidelde race naar prestaties en succes ons uiteindelijk eigenlijk kost. Hij gebruikt als metafoor een ruimtemissie, opgezet om de wereld te redden, met als uitkomst dat dit het leven van de astronaut in kwestie kost. Fantastische stevige neoprog waarbij concept, verhaal, tekst en muziek nagenoeg perfect in evenwicht zijn. In plaats van deze had ik met gemak een ander album kunnen kiezen en wel “Le Sacre Du Travail” van The Tangent. Qua concept en muziek zeker net zo sterk.
    Website: http://www.cosmograf.com/.

    TumbleTown - The End Of Hyde
    Afkomstig van "Done With The Coldness" (Freia Music)

    In lijstje van: Aldwin (nummer 6)
    ALDWIN: gelukkig kwamen er dit jaar ook verschillende mooie albums van eigen bodem uit. Veel haalden de eindlijstjes echter niet: Flamborough Heads zesde studio-album bijvoorbeeld, dat wél 'Album van de Maand September' was. Ook waren er het “1000 Wishes”-project van PBII en aan het eind van het jaar nog Mayra Orchestra, om er maar enkele te noemen. Wél in mijn lijst: Tumble Town, een project van zanger en gitarist Han Uil (Seven Day Hunt, Antares en solowerk) en gitarist Aldo Adema (Egdon Heath, Seven Day Hunt). Een mooie combi van twee vakkundige gitaarspelers en producers, die al eerder samenwerkten op het album “File This Dream” uit 2008 van Seven Day Hunt. Op de CD “Done With The Coldness” wordt het duo aangevuld met gastmuzikanten: bassist Marcel Copini (ex-Egdon Heath) en zangeres Carola Magemans, beiden leden van Seven Day Hunt, en toesenist Erik Laan van Silhouette. De muziek die TumbleTown maakt is een mix tussen progressieve en toegankelijker rock. Opvallend zijn de mooie gitaarpartijen van Adema en de indringende zang van Han Uil. Op enkele nummers doen die vocalen erg denken aan die van de laatste zanger van Egdon Heath, Maurits Kalsbeek.
    Website: http://www.tumbletown.nl/.

    Nr 24 (gedeelde plek voor twee albums)

    Sound of Contact – Beyond Illumination
    Van: “Dimensionaut ” (InsideOut Records)

    In lijstjes van: Maurice (nummer 8) en Aldwin (nummer 10)
    MAURICE: Dé band die de prog een nieuwe boost moest geven in 2013 was Sound Of Contact. De groep rond Simon Collins en Dave Kerzner weet op een mooie manier de lange epische stukken samen te smelten met meer poppy en goed in het gehoor liggende nummers. Live wist Sound Of Contact nog niet echt te overtuigen, mede doordat ze voornamelijk voorprogramma’s deden en dus niet de tijd konden nemen om een gedegen geluid neer te zetten. De geplande headline-tour viel tevens in het water, maar laten we hopen dat het niet bij één album blijft. Wat betreft “Dimensionaut”: een contract met prog-label InsideOut en de genoemde namen doen een puur symfo-album vermoeden, maar da's toch niet helemaal waar. De eerste helft van dit conceptalbum (ja, dat dan weer wel) bevat nl. de nodige compacte catchy songs, zij het wel met symfo-tic. Hoogtepunt is evenwel het 20 minuten lange 'epic' "Möbius Slip": een afwisselend, sterk gecomponeerd stuk, dat een breed arsenaal aan sferen laat horen - met Kerzners achtergrond verwacht je ook niet anders - en ook flitsend drumwerk van Collins.
    Website: http://www.soundofcontact.com/.

    Jonathan Wilson – All The Way Down
    Van "Fanfare" (Bella Union)

    In lijstjes van: Herman (nummer 9) en Maurice (nummer 9)
    HERMAN: recyclen: Jonathan Wilson is er een meester in. Ook al citeert hij z'n helden letterlijk, hij ontstijgt predicaten als 'muzikaal jatwerk', 'ouderwets' of 'regressief' met speels gemak. En maakt dat live ook helemaal waar, zo hebben we geconstateerd. Hij is een groot fan van de muziek die zo rond 1970 aan de Amerikaanse west coast en in Engeland gemaakt werd. Psychedelisch op zo'n manier dat je de geestverruimende middelen er helemaal niet bij nodig hebt, want de muziek biedt die weidse perspectieven al - lekker loom, voorzien van fraaie harmonieën... Leuk is ook dat hij werkelijk contacten heeft met zijn grote voorbeelden, zoals Crosby & Nash en Roy Harper. Beiden hebben ook een lijntje naar David Gilmour. Leuke wens voor 2014 (of 2015): Jonathan Wilson op Gilmours komende soloplaat, dát zou wat zijn!
    MAURICE: Hmmm, we zien een trend in de lijst komen. We worden een jaartje ouder en de muziekkeuze verandert hiermee ook... Jonathan Wilson is geen kleine jongen in de hedendaagse scene. Hij heeft met veel groten der aarde gewerkt waaronder Jackson Browne en simultaan aan het nieuwe album van Roy Harper, bij welke hij een behoorlijke vinger in de pap heeft gehad, komt zijn tweede soloplaat uit. De vele 'muzikale vrienden' die op de plaat mee doen zijn zeker een extra, maar het materiaal staat als een huis.
    Website: http://songsofjonathanwilson.com/.
  •