• Albums Of The Month 2020

  • Januari

    Wyatt, Frank & Friends - "Zeitgeist" (eigen beheer, 2019)

    Zo'n vijf jaar geleden wilde Frank Wyatt een soort Happy The Man-reünie op poten zetten in de vorm van nieuwe muziek gemaakt door zijn oude vrienden. Aanvankelijk zou dit onder de vlag van Pedal Giant Animals geschieden, maar door omstandigheden, zoals Wyatts slechte gezondheid en computerproblemen, werd het voor hem steeds logischer om er een soloproject van te maken. Die omstandigheden leidden er ook toe dat het tot november 2019 duurde voordat "Zeitgeist", zoals het album uiteindelijk is gaan heten, het daglicht zag. Uiteraard horen hierop veel van de kenmerken die de muziek van Happy The Man, Oblivion Sun en Pedal Giant Animals zo uniek maakte. Dat geldt uiteraard voor het titelnummer, waarin Wyatt met Stan Whitaker en Kit Watkins herenigd wordt. Maar ook de ietwat jazzrockende "Twelve Jumps" met "Crafty Hands"-drummer Ron Riddle roept goede herinneringen op. Naast genoemde musici duiken ook andere voormalige HTM- en Oblivion Sun-leden op, zoals de eerste zanger Cliff Fortney, de laatste toetsenman David Rosenthal, en drummers Chris Mack en Joe Bergami. Toch is "Zeitgeist" wel degelijk een Frank Wyatt-CD geworden. Hij was namelijk al tijden bezig een klassieke compositie te schrijven. Gedurende het project voelde het logisch voor hem deze compositie toe te voegen. Het vierdelige "Perelandra", geïnspireerd op C.S. Lewis' "Space Trilogy" is een gedurfde onderneming, waarop Wyatt gesamplede instrumenten via zijn keyboards tot leven brengt. Voldoende redenen om dit in eigen beheer uitgebrachte "Zeitgeist" tot Album van de maand januari te bombarderen.
    Website: Frank Wyatt Music

    Februari

    Magnum – "The Serpent Rings" (SPV / Steamhammer, 2020)

    Het werd wel eens tijd om de band Magnum in de spotlight te zetten en dat kun je natuurlijk het beste doen door het spiksplinternieuwe, volwassen 21ste Magnum-werkstuk Album van de Maand te maken.

    “The Serpent Rings” is het 21ste studioalbum van de Engelse band Magnum en alweer het tiende album voor SPV. De kern van Magnum, opgericht in 1972, wordt gevormd door Tony Clarkin en Bob Catley. Clarkin schrijft alle nummers, zorgt voor de productie en de mix en is tevens de gitarist van de band. Dat is niet veranderd sinds het debuut, "Kingdom Of Madness” uit 1978. Ook zanger Bob Catley is er al vanaf de oprichting bij. De sound van Magnum is op het halverwege januari verschenen album "The Serpent Rings" nog altijd uit duizenden herkenbaar: het tapijt van keyboards en gitaar waarover Catley zijn karakteristieke zangpartijen uitstrooit. Catley klinkt iets heser dan vroeger, maar is nog altijd prima bij stem. Clarkin staat daarbij in zijn songs zoals altijd garant voor veel gevoel voor melodie en schrijft veelal meezingbare refreinen. Inmiddels is na 20 jaar trouwe dienst bassist Al Barrow vertrokken en vervangen door Pink Cream-bassist Dennis Ward. Geen onbekende voor de band: hij speelde ook de baspartijen op het in 2008 verschenen soloalbum “Immortal” van Bob Catley.

    Het gaat er op “The Serpent Rings” iets harder toe dan op de voorgaande albums. De orkestraties zijn daarbij overigens niet van de lucht en toetsenist Rick Benton laat zich hierbij zeker niet onbetuigd. Zonder veel te soleren is zijn geluid toch een van de dragende factoren voor het bandgeluid. Tekstueel is er aandacht voor hebzucht, het vernietigen van onze planeet en zelfverklaarde redders van de mensheid. De Tolkien-achtige hoes, prima passend bij het filmische karakter van veel van de nummers, is wederom gecreëerd door Rodney Matthews. Zoals gewoonlijk zijn er verwijzingen te ontwaren naar eerdere Magnum-albumhoezen, waaronder die van “On A Storyteller's Night”. Het begrip 'progressieve en symfonische rockmuziek' krijgt in ons radioprogramma Xymphonia een brede invulling – en daar hoort aandacht voor een band als Magnum zeker bij. Toegegeven: houden van een pompend rockgeluid en van de karakteristieke zangstem van Bob Catley is wel een pre.

    Magnum is op 5 april te aanschouwen in De Pul in Uden.
    Website: Magnum

    March

    Spiral Orchestra – "Atlas Ark" (eigen beheer, 2019)

    Het Zwitserse Spiral Orchestra debuteerde afgelopen zomer met “Atlas Ark”. Dit is een instrumentaal sci-fi-conceptalbum over het moment waarop de mensheid de aarde moet verlaten en aan boord gaat van gigantische ruimteschepen, waarvan de Atlas Ark de eerste is. Dit niet geheel originele verhaal is op zich niet zo belangrijk, behalve dan dat het als kapstok heeft gediend voor de muzikale fantasie van gitarist/componist/producer Thomas Chaillan. Die heeft zich daarbij uitbundig laten gaan, waarbij de muziek moest passen bij het grote epische verhaal dat word neergezet. En dat is Chaillan ook zeker gelukt, want Spiral Orchestra biedt met “Atlas Ark” symfonische rock pur sang. Het grote orkestrale gebaar wordt niet geschuwd, waarbij de grandeur van de klassieke filmsoundtracks van John Williams of Jerry Goldsmith nooit ver weg is. Die sound wordt gecombineerd met melodieuze, maar ook bij vlagen virtuoze symfonische rock. Soms zijn er wat lichte jazzrock-elementen te horen, waardoor we soms een beetje aan Isildurs Bane op z'n meest toegankelijk moeten denken. Die link wordt versterkt door het feit dat er in totaal ruim 20 muzikanten actief zijn op dit album, met naast de standaard-rockbezetting de nodige klassieke strijkers en blazers. Maar wat bij beluistering met name opvalt is hoe ontzettend sterk de composities van Thomas Chaillan in elkaar zitten. Samen met de welluidende productie maakt dat “Atlas Ark” een album is dat een waar genot is om naar te luisteren. Tot nu toe is Spiral Orchestra nog redelijk onopgemerkt gebleven binnen de progrockscene maar we hopen dat we met het toekennen van het predicaat Album Van De Maand daar een klein beetje verandering in kunnen brengen.
    Websites:
    Spiral Orchestra
    Bandcamp
    Facebook

    April

    Golden Caves - "Dysergy" (eigen beheer, 2020)

    Hoewel de CD-presentatie vanwege de corona-crisis is uitgesteld, verscheen afgelopen maand wel gewoon het tweede volledige album van Golden Caves. Werd voorganger "Collision" (2017) alsmede de debuut-EP "Bring Me To The Water" (2015) nog uitgebracht via FREIA Music, de release van "Dysergy" werd in eigen beheer gehouden. De fondsen voor de realisatie waren middels een online campagne via Voor De Kunst geworven. "Dysergy" bevat wat meer extremen dan de voorgangers. Enkele songs pakken een tandje heavier uit dan we van deze vaderlandse groep gewend waren. Aan de andere kant zijn er ook stukken waarbinnen juist meer met sfeer en 'space' wordt geëxperimenteerd, alsmede met moderne elektronische toevoegingen. Dat de productie van Max Abel tot in de puntjes verzorgd is, maakt dat zowel die zwaarte als die ruimtelijkheid optimaal je (quarantaine-)huiskamer vult. De volle stem van Romy Ouwerkerk kan zowel sirene-achtig uithalen als warm en gevoelig klinken en is een attractie op zich. Wat wel opvalt is dat de van oorsprong Hengelose bassist Tim Wensink blijkbaar niet meer in de basisbezetting zit. Hij is nog wel prominent aanwezig in ongeveer de helft van de nummers. De overige baspartijen zijn door Max Abel ingespeeld. Het is het nog altijd jonge Golden Caves opnieuw gelukt een ontzettend fris en enthousiasmerend klinkend album neer te zetten waar iedere luisteraar een stoot energie van krijgt! Daarom verkiezen we "Dysergy" met veel plezier tot Album van de Maand april. Enne, die CD-presentatie komt er alsnog, op 26 juni in de Bibelot te Dordrecht. Op 11 september volgt dan nog een optreden in de Willem Twee in Den Bosch, met Scarlet Stories.
    Website: Golden Caves

    May

    M-Opus - “Origins” (eigen beheer, 2020)

    Phew, ga er maar even voor zitten! Het tweede album van M-Opus is maar liefst 135 minuten lang en is een heus science fiction-concept album. Verschillende karakters leiden je in de loop van dit “Origins” door een verhaal vol teleportatie, tijdreizen en meer van dien. Het album bevat maar liefst 28 nummers en sluit zelfs af met een 24 minuten durende epic. Maar laten we eerst M-Opus beter introduceren: deze Ierse band bestaat uit Jonathan Casey, Mark Grist en Colin Sullivan. Casey is de oprichter en ook degene die het concept bedacht. Casey is al lang actief in de muziek (hij was onder anderen lid van de David Cross Band) en wilde altijd al een progband formeren, maar niet zo maar een. M-Opus heeft een fictieve geschiedenis en de albums die men produceert zijn zogenaamd al veel eerder verschenen. Zo zou het debuutalbum “Tryptich” in 1975 zijn uitgebracht (maar in werkelijkheid 40 jaar later) en dit zojuist verschenen “Origins” in 1978. Snapt u het nog?! Terug naar de muziek: “Origins” bevat klassieke moderne prog die natuurlijk veel op heeft met het fictieve jaar van verschijning. Het album laat zich beluisteren als ware het een film en je moet het echt een aantal keer hebben gehoord om het een beetje te doorgronden. Het veelvuldig gebruik van dialoog geeft het gevoel van een rock-opera, maar is zeker niet storend en naarmate het album vordert leer je de karakters kennen. Er zijn muzikale raakvlakken met bands als IQ, The Flower Kings, Carptree en Spock’s Beard en natuurlijk Genesis. Er doen veel gasten mee om de verschillende karakters te vertolken. Daarnaast is bijvoorbeeld Anthony "Anto" Drennan (Mike & The Mechanics, Genesis, Clannad, The Corrs) met een heerlijke gitaarsolo te horen in “2048 Numbers”. Genoeg redenen om “Origins” te verkiezen tot Album van de Maand mei! Het volledige verhaal is overigens te downloaden van de bandwebsite.
    Websites: M-Opus
    Bandcamp

    June

    Crack The Sky - "Crackology" / "Living In Reverse" (Aluminum Cat Records, 2018/2020)

    In 2018 begon Crack The Sky een financieringsproject voor het nieuwe studioalbum "Living In Reverse". Elke participant kreeg als bonus downloads gepresenteerd van twaalf nieuw ingespeelde liedjes uit het Crack The Sky-repertoire. De uiteindelijke verzameling werd "Crackology" genoemd. De nadruk ligt op nummers van de eerste, derde en vierde plaat ("Crack The Sky", "Safety In Numbers" en "White Music") die ook live nog geregeld vertolkt worden, zoals waarneembaar op de DVD "All Access" uit 2009. Daarnaast is een mooie versie gemaakt van het Floydeske titelnummer van "From The Greenhouse" en zijn van de een na laatste studioplaat "The Beauty Of Nothing" uit 2015 "Rachel" en het orkestrale titelstuk toegevoegd. Van de overige elf langspelers (!) werden niets geselecteerd. Aangezien men nog grotendeels in de oeropstelling speelt is aan kwaliteit niet ingeboet. Daarnaast krijgt menige song de uitgerekte concertbehandeling met alternatieve solo’s en arrangementen. Onlangs werd "Crackology" heruitgebracht op CD en wel in combinatie met "Living In Reverse". Op laatstgenoemde plaat, waar we twee jaar geleden al eens aandacht hebben besteed, laat Crack The Sky zich weer eens van zijn poprockkant horen, waarbij de cynische en ironisch getinte teksten en eigenwijze instrumentatie voor de progressieve insteek zorgen. Bij de oorspronkelijke uitgave op Loud & Proud Records waren de teksten nog meegeleverd, deze ontbreken echter op deze meer low budget aandoende heruitgave. Toch is de dubbelaar een mooie gelegenheid deze cultband weer eens in de bliksemschicht te zetten. En hoewel we bij de keuze voor het Album van de Maand meestal voor echt nieuwe muziek gaan, wijken we dan ook graag een keer af van onze gewoontes.
    Websites:
    Bandcamp
    Crack The Sky
    Facebook

    Juli

    Lesoir - Mosaic (Glassville Records, 2020)

    Mosaic” is het vijfde album van Lesoir. De Maastrichtse groep heeft sinds het titelloze debuut aan het begin van het vorige decennium verscheen een fikse leerschool doorgemaakt en is daarbij nu ook bij een vierde platenlabel aanbeland. Verscheen “Latitude” nog bij RPWL's Gentle Art Of Music, “Mosaic” verschijnt weer bij een Nederlands label, namelijk Glassville Records. De producer is wel dezelfde gebleven: de van Muse bekende John Cornfield, geholpen door Paul Reeve, die bij Muse verantwoordelijk is voor de vastlegging van Matt Bellamy's vocalen. Wat opvalt, is dat Lesoirs composities door de loop der jaren compacter en songmatiger zijn geworden. Op sommige momenten zijn er dan overeenkomsten met het jongere Golden Caves (leverancier van ons Album van de Maand april). Over de hele linie is de muziek minder heavy geworden, maar er is wel volop ruimte voor atmosferische passages. In dat laatste aspect laat een duidelijke The Gathering-invloed zich gelden. Denk daarbij aan de sound die de Brabantse groep had ten tijde van “How To Measure A Planet?”. De vocalen van Maartje Meessen hebben de hele plaat door een emotionele lading die van “Mosaic” een meeslepend werkstuk maken.
    Lesoir zal op 13 november optreden in de Oefenbunker in Maastricht, op 14 november in Fluor te Amersfoort en 15 november optreden in Hedon te Zwolle.
    Website:Lesoir

    Augustus

    Brons, Dave - Not All Those Who Wander Are Lost (Slice Of Life Records, 2020)

    Bij een solo-album van een gitarist heb je een bepaald cliché-verwachtingspatroon. Net als bij een beschrijving die meldt dat een conceptalbum gebaseerd is op Tolkien's The Lord Of The Rings. Gitarist Dave Brons combineert die twee en verplettert al meteen met het openingsnummer alle vooroordelen op basis van die clichés. Brons is geen onbekende in de gitaarvirtuosi-scene, maar wij kennen hem met name van Celestial Fire. Dave Bainbridge (Iona, Lifesigns) stelde die band samen om de muziek van zijn gelijknamige album live te kunnen spelen. En laat nou Bainbridge ook de producer van Brons' album zijn én zorg te dragen voor de mix en de nodige toetsenpartijen. Nog een Celestial Fire-lid, Sally Minnear, valt regelmatig te horen op dit "Not All Those Who Wander Are Lost", zowel met haar hemels klinkende zang, maar ook in hier en daar opduikende korte stukjes gesproken tekst. Brons pakt groots uit met rijk gearrangeerde muziek, die anders klinkt dan je zou verwachten. Uitgevoerd door een puike band, aangevuld met strijkers, koperblazers, slagwerkensemble en 100-koppig koor is de muziek episch van karakter zonder dat het holle bombast is. Net als in Tolkiens boeken zijn er ook verstilde momenten. Brons' gitaarwerk is virtuoos maar ook zeer melodieus en dat zorgt ervoor dat het hele album als een prachtig klinkende muzikale reis aan je voorbijtrekt.
    Websites:Dave Brons
    Bandcamp

    September

    D'Virgilio, Nick – Invisible (Sweetwater Studios / English Electic Recordings, 2020)

    Van Nick D'Virgilio's tweede volwaardige studio-album “Invisible” konden we u al 6 weken voor de album-release de single “Where's The Passion?” laten horen. Het blijkt een van de sleutelnummers op dit nu verschenen conceptalbum dat voornamelijk handelt over het doel in ieders leven. D'Virgilio debuteerde als soloartiest in 2001 onder de naam NDV met "Karma", 10 jaar later gevolgd door de EP "Pieces". Op "Invisible" wordt de drummer/zanger/multi-instrumentalist, die we vooral kennnen van Spock's Beard, Thud, Genesis, Cirque Du Soleil, The Fringe, Big Big Train en zijn talloze sessies, bijgestaan door een flinke rij muzikale vrienden en het orkest van Abbey Road Studios, waar de plaat deels is opgenomen. En niet alleen de orkestpartijen klinken prachtig. Met mede-producer en studio-technicus Mark Hornsby is er alles aan gedaan om het album alleen al op geluidstechnisch gebied een genot te maken om naar te luisteren. Hun werkgever Sweetwater Studios is er natuurlijk ook alles aan gelegen om zich perfect te presenteren. Vooral op drumgebied is er iets bijzonders van gemaakt. Voor ieder nummer is een ander drumstelmerk en -opstelling gekozen, die uitgebreid toegelicht wordt in een speciaal extra 'drum gear'-boekje. Maar “Invisible” is zeker geen showing off-gelegenheid geworden voor de topdrummer die D'Virgilio is. Het gaat hier duidelijk wel om de vooral songmatige composities en de arrangementen, waarin de overige instrumentalisten ook de ruimte krijgen om te schitteren. Fraaie baspartijen van Tony Levin en Jonas Reingold (The Fringe, Karmakanic, The Flower Kings), meerdere vette synthsolo's van Jem Godfrey (Frost*) en creatief hoogstaand gitaarwerk van vooral Randy McStine (Lo-Fi Resistance, The Fringe), maar ook van o.a. Paul Gilbert (Mr. Big) en Rick Nielsen (Cheap Trick). Zijn mede-leden van The Fringe zijn dus beiden aanwezig, het album van dit trio is immers óók opgenomen met Hornsby in de Sweetwater Studios; uit zijn andere bands heeft hij expres geen mensen gevraagd. “Invisible” staat dan ook een eindje af van Big Big Train- of Spocks Beard-werk. Stilistisch beperkt D'Virgilio zich niet tot (deels dus letterlijk) symfonische rock: er zijn ook hints richting singer-songwriter, classic rock, (Beatlesque) pop en zelfs een beetje soul.
    Website: Nick D'Virgilio

    Oktober

    Dim Gray – Flown (eigen beheer, 2020)

    Deze keer reizen we af naar Noorwegen voor ons Album van de Maand, met de band Dim Gray. Afgelopen zomer verscheen het debuutalbum van dit trio, dat wordt aangevuld met drie gastspelers. Het pad dat deze Noren bewandelen is duidelijk beïnvloed door bands als Sigur Rós en Radiohead. Daarnaast zijn er indie-folk- (à la Fleet Foxes), kamerpop- en ook zeker een flinke dosis Steven Wilson-invloeden door de muziek verweven. Juist deze combinatie zorgt voor een uniek geluid. “Flown” is een conceptplaat, met als hoofdthema's verlies en eenzaamheid. In 12 liedjes creëert de band een doorlopend verhaal dat van heel klein (“Wandering”; alleen piano en zang) tot groots en episch klinkt, zoals bijvoorbeeld het einde van “Light Anew”. Wat gelijk opvalt is de sterke zang, die zo nu en dan wat weg heeft van die van Keane's Tom Chaplin. In “Light Anew” vormen die vocalen een perfecte combinatie met het cleane gitaarspel. Dim Gray beschikt overigens niet over één maar twee begenadigde zangers – iets wat vol wordt uitgebuit in het melancholische en o zo mooie “Ouroborus”, met verder vrijwel uitsluitend strijkinstrumenten en percussie. Zoals de band zelfs ook al pretendeert, is “Flown” meer dan de som der delen en moet ook zeker als een geheel worden geluisterd en dan kom je uiteindelijk uit bij album afsluiter “Black Sun”. Het album is niet op CD of vinyl verschenen, maar alleen als digitale download in verkrijgbaar.
    Website: Dim Gray Bandcamp

    November

    Days Between Stations - Giants (eigen beheer / Station One, 2020)

    "Giants" is de derde CD die het duo Oscar Fuentes Bills en Sepand Samzadeh als Days Between Stations uitbrengt. Naar eigen zeggen is de muziek wat directer, rockier dan op de twee voorgangers, maar vrees niet, de typische epische sound is zeker niet verdwenen. Billy Sherwoods invloed is nog een stuk groter dan op voorganger "In Extremis" uit 2013, waarbij zeker de zangmelodieën overeenkomsten vertonen met zijn solowerk of zijn bijdragen aan bands als World Trade, Yes of Circa:. Colin Moulding van XTC is ook weer van de partij en wel in een van de weinige korte nummers, het poprockige "Goes By Gravity", terwijl dit keer ook Durga McBroom haar opwachting mag maken in de ballade "Witness The End Of The World". Toch zijn het vooral de langere composities die de aandacht trekken, zoals het gevoelige titelnummer (over Oscars vader), het ruim 16 minuten durende openingsnummer "Spark" (in het boekje "Spark Of Life" getiteld) en "Another Day". Voor de liefhebbers van de hoezen van vroege LP's van Genesis en Van Der Graaf Generator is "Giants" ook weer interessant, aangezien Paul Whitehead wederom nagenoeg al het artwork heeft verzorgd in zijn ietwat grove, futuristische stijl.
    Websites: Days Between Stations
    Facebook

    December

    Night Flight Orchestra, The – Aeromantic (Nuclear Blast, 2020)

    In december is “Aeromantic” van The Night Flight Orchestra het Album van de Maand bij Xymphonia. The Night Flight Orchestra,werd opgericht in 2007 en “Aeromantic” is het vijfde studio-album van de Zweedse band. The Night Flight Orchestra bestaat uit zanger Björn Strid, gitaristen David Andersson en Sebastian Forslund, bassist Sharlee D'Angelo (tevens bekend van Arch Enemy), drummer Jonas Källsbäck en achtergrondzangeressen Anna-Mia Bonde en Anna Brygård (The Airline Annas). Daarnaast verwelkomt de band voor dit album een aantal gasten in de vorm van Big Big Train-violiste Rachel Hall en toetsenist John Lönnmyr. De muziek die The Night Flight Orchestra maakt, is te omschrijven als classic rock/AOR, die zo uit de jaren 80 lijkt te komen. Ook is de productie is gladjes te noemen, mede door het gebruik van de nodige synthesizers. Het geheel ligt gemakkelijk in het gehoor, waarbij ook invloeden van Krautrock en synthipop aan bod komen. Waar deze band in slaagt is het oproepen van een euforisch gevoel. De koortjes en de slim ingezette keyboardpartijen tillen de toch al opbeurende melodietjes naar een hoger niveau. Er is behoefte aan positivisme in de wereld en dat stralen deze Zweden uit! Toegegeven: classic rock, ABBA, Electric Light Orchestra en disco zijn niet de primaire ingrediënten van ons programma. Echter, een groot aantal nummers bevat licht-progressieve invloeden en deze nummers laten we deze maand aan bod komen.
    Websites: The Night Flight Orchestra
    Nuclear Blast